Uitspraak
[eiser] , uit [plaats] , eiser
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Conclusie en gevolgen
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een bijstandsuitkering naar de norm voor dak- en thuislozen op grond van de Participatiewet. De aanvraag werd door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg afgewezen met een besluit van 24 oktober 2024, en het college bleef bij deze afwijzing na het bezwaar van eiser op 5 december 2024. De rechtbank behandelde het beroep op 3 juli 2025, waarbij de gemachtigde van eiser en mr. N.C.J.P. Melsen namens het college aanwezig waren. Na de zitting deed de rechtbank onmiddellijk uitspraak.
De rechtbank oordeelt dat het college terecht de aanvraag voor bijstandsuitkering heeft afgewezen. Eiser had een aanvraag ingediend voor algemene bijstand, maar voldeed niet aan de inlichtingenplicht. Het college had twee controlebezoeken afgelegd, maar eiser was niet aanwezig. Eiser stelde dat hij wel thuis was, maar kon dit niet aannemelijk maken. De rechtbank concludeert dat de controlebezoeken in overeenstemming waren met de geldende jurisprudentie en dat eiser niet voldoende bewijs heeft geleverd voor zijn aanwezigheid. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat de afwijzing van de aanvraag door het college terecht was. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. Partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan.