ECLI:NL:RBZWB:2025:4582

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
15 juli 2025
Publicatiedatum
15 juli 2025
Zaaknummer
02-306361-22
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de tbs-maatregel met twee jaar voor betrokkene met autismespectrumstoornis en hebefilie

Op 15 juli 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van betrokkene, die in 2001 is geboren en verblijft in een forensische psychiatrische kliniek (FPC). De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de tbs met twee jaar toegewezen. De tbs-maatregel was eerder opgelegd wegens overtredingen van het Wetboek van Strafrecht, waarbij betrokkene in juli 2023 is veroordeeld tot 223 dagen gevangenisstraf en tbs met verpleging van overheidswege. Tijdens de zitting op 1 juli 2025 zijn zowel de officier van justitie als betrokkene, bijgestaan door zijn raadsvrouw, gehoord. De deskundige, een klinisch neuropsycholoog, heeft ook een advies gegeven over de voortgang van de behandeling van betrokkene, die kampt met een autismespectrumstoornis en hebefilie. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene gemotiveerd is in zijn behandeling, maar dat er nog aanzienlijke stappen gezet moeten worden. De deskundige heeft bevestigd dat er nog een hoog recidiverisico is bij het wegvallen van de tbs, wat de rechtbank heeft doen besluiten tot verlenging. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de veiligheid van anderen de verlenging van de tbs eist, en dat betrokkene nog niet klaar is voor verlof. De beslissing om de tbs met twee jaar te verlengen is genomen met inachtneming van de wettelijke criteria en het advies van de tbs-instelling.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
Parketnummer: 02-306361-22
beslissing van de meervoudige kamer d.d. 15 juli 2025
op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van
[betrokkene]
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2001
verblijvende in [FPC]
hierna: betrokkene

1.De stukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
- de vordering van de officier van justitie d.d. 13 mei 2025, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar;
- de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van betrokkene;
- het rapport van [FPC] d.d. 8 mei 2025, waarin het advies van de inrichting is vermeld.

2.De procesgang

Bij vonnis van de rechtbank van 3 juli 2023, is betrokkene wegens overtreding van de artikelen 240b, 245 en 247 van het Wetboek van Strafrecht, veroordeeld tot 223 dagen gevangenisstraf en de maatregel terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege (hierna: tbs).
De tbs is op 19 juli 2023 aangevangen.
Tijdens het onderzoek ter openbare terechtzitting van de rechtbank van 1 juli 2025 is de officier van justitie, mr. I.M. Peters, gehoord.
Tevens is betrokkene gehoord, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. Y.H.G. van der Hut, advocaat te ’s-Gravenhage. Voorts is de deskundige drs. [naam] , klinisch neuropsycholoog, gehoord.

3.Het advies van de tbs-instelling

Bij betrokkene is sprake van een autismespectrumstoornis en een andere gespecificeerde parafiele stoornis, namelijk hebefilie.
In het kader van een eerder opgelegde PIJ-maatregel is betrokkene in december 2020 opgenomen bij de [jeugdkliniek] , een forensische jeugdkliniek. In 2022 stroomt hij door naar [kliniek] , de trainings- en behandelingsunit van de GGZE. Tijdens dit verblijf recidiveert betrokkene en pleegt hij de delicten waarvoor de onderhavige tbs is opgelegd. Sinds 27 maart 2024 verblijft betrokkene in de [FPC] .
Betrokkene zet zich vanaf het begin gemotiveerd in en heeft al snel een vol blokkenrooster. Hij is regelmatig op de afdeling, volgt groepsmomenten en is goed in contact met staf en medepatiënten. Ook neemt hij gemotiveerd deel aan zijn behandeling. De [FPC] blijft echter alert op schijnaanpassing, aangezien betrokkene zich bij zijn eerdere maatregel ook positief inzette en ondanks intensieve behandeling, begeleiding en controle toch recidiveerde. Betrokkene heeft zijn delictanalyse recent afgerond. Daarnaast volgt hij psychoeducatie met betrekking tot zijn autismespectrumstoornis en heeft hij de VRIS (Vriendschappen Relaties Intimiteit en Seksualiteit) en de vaktherapiecarrousel succesvol afgerond. Betrokkene had aanvankelijk moeite met het bieden van openheid rondom zijn seksualiteit, maar dit lukt hem beter naarmate de therapeutische relatie met zijn behandelteam is gegroeid. Hij bespreekt naar vermogen wat er in hem omgaat. Betrokkene gebruikt geen middelen, wat wordt bevestigd door urinecontroles.
Betrokkene staat nog aan het begin van zijn behandeltraject, om deze reden is er nog geen verlof- en geen uitstroomkader. De volgende stap is bepalen welke therapieën geïndiceerd zijn om gedragsverandering te bewerkstelligen en zo het recidiverisico te verlagen. De komende periode zal daarom in het teken staan van het volgen van gerichte behandelprogramma's en milieutherapie. Hierbij staat al vast dat in de verdere behandeling aandacht besteed zal worden aan de aanwezige zedenproblematiek vanuit het zorgpad Seksueel Grensoverschrijdend Gedrag (SGG). Er is op dit moment nog sprake van een sterk bovengemiddeld (hoog) recidiverisico op terugval in seksueel (delict)gedrag wanneer de tbs komt te vervallen. Binnen het huidige risicomanagement is het recidiverisico laag-matig. Bij een succesvol traject is de verwachting dat betrokkene zal uitstromen via een FPA of de forensische resocialisatieafdeling richting een begeleide woonvorm. De verwachting is wel dat het traject nog meerdere jaren in beslag neemt. Gelet hierop adviseert de tbs-instelling een verlenging van twee jaar.
Ter zitting heeft de deskundige drs. [naam] het verlengingsadvies bevestigd en daaraan nog het volgende toegevoegd. Langzaamaan is er meer zicht op de kernproblematiek van betrokkene. Dit is prijzenswaardig, maar de echte stappen moeten nog gezet gaan worden. Betrokkene heeft inzichten verkregen uit de uitgebreide seksuele anamnese. Betrokkene stelt zich steeds meer open op, maar dit heeft tijd nodig gehad vanwege zijn autisme en zijn voorgeschiedenis met verwaarlozing en hechtings-problematiek. Zodra hij iemand vertrouwt, ontstaat er contactgroei en durft hij zich uit te spreken. Over schijnaanpassing kan de deskundige geen uitspraken doen, maar zij weet wel dat betrokkene eerder niet zo open is geweest als nu en hij dat gedurende zijn eerdere maatregel niet kon. Dit heeft er mede toe geleid dat hij recidiveerde. Betrokkene gaat starten met SGG en EMDR-therapie. Op den duur kan naar verlof toe worden gewerkt. Daarvoor dient betrokkene wel een stuk verder te zijn in zijn therapie en dient er een beter beeld te zijn van zijn gedrag en de vorderingen.

4.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie persisteert ter zitting bij de vordering de tbs met twee jaar te verlengen. Betrokkene werkt gemotiveerd mee en het gaat beter met het geven van openheid, wat vertrouwen geeft voor de toekomst. Uit het rapport en de toelichting van de deskundige ter zitting blijkt echter ook dat er nog tijd nodig is. Betrokkene is nog niet toe aan verlof, daarvoor dient hij eerst therapieën te volgen. Verlenging voor de duur van twee jaar is daarom gerechtvaardigd en aan alle wettelijke vereisten hiervoor wordt voldaan.

5.Het standpunt van de verdediging

Betrokkene heeft aangegeven dat het aan de ene kant niet leuk is om te horen dat een verlenging van twee jaar nodig is, maar hij zich aan de andere kant bewust is van het belang en de noodzaak van behandeling. Verder gaat het op zich goed met hem. Hij is graag bezig. Wel is er sprake van een langzame start qua therapieën. De delictanalyse verliep aanvankelijk moeizaam maar naarmate de tijd verstreek, ging het steeds beter en hierdoor heeft hij al inzichten opgedaan met betrekking tot zijn delictgedrag.
De verdediging heeft zich aangesloten bij hetgeen de officier van justitie heeft aangedragen. Betrokkene is gemotiveerd om te werken naar een toekomst buiten de [FPC] waarbij de kans op terugkeer en recidive zo klein mogelijk is. Hij is realistisch over de duur die de behandeling nog in beslag zal nemen. De verdediging heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

6.Het oordeel van de rechtbank

(On)gemaximeerde tbs
In het vonnis van 3 juli 2023 heeft de rechtbank zich niet uitgelaten over het al dan niet (on)gemaximeerd zijn van de tbs-maatregel. De tbs-maatregel is opgelegd voor onder andere het delict ontucht met een minderjarige. Dit betreft een misdrijf dat gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een personen. Op grond hiervan kan worden geconcludeerd dat het hier gaat om een misdrijf als bedoeld in artikel 38e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, waardoor er sprake is van een tbs die de duur van vier jaar te boven kan gaan.
De verlenging
De tbs kan slechts worden verlengd indien de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van de tbs eist. Het recidivegevaar moet nog aanwezig zijn en dient voort te vloeien uit een ziekelijke stoornis en/of een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens.
Gelet op het advies van de [FPC] wordt nog steeds voldaan aan deze wettelijke criteria. Zo is naar voren gekomen dat er sprake is van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens in de zin van een autismespectrumstoornis en een andere gespecificeerde parafiele stoornis, namelijk hebefilie. Het hieruit voortvloeiende recidiverisico bij het wegvallen van de tbs wordt ingeschat als hoog. Verlenging van de tbs ligt dan ook in de rede.
Voor wat betreft de duur van de verlenging is gebleken dat betrokkene zeer gemotiveerd is en zich goed inzet voor zijn behandeling. Dat is zeker een compliment waard. Ook staat in voldoende mate vast dat betrokkene nog aan het begin van dit behandeltraject staat en er nog de nodige stappen te zetten zijn. Zo is er in de afgelopen periode meer zicht op zijn problematiek gekomen, maar het grootste deel van de behandeling moet nog aanvangen. Gelet op het traject wat nog moet worden doorlopen en de tijd die daarvoor nodig zal zijn, zal de behandeling nog meerdere jaren duren. Om die reden is de rechtbank van oordeel dat de tbs met verpleging van overheidswege moet worden verlengd met twee jaar.

7.De beslissing.

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van betrokkene met twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. K. Verschueren, voorzitter, mr. E.B. Prenger en mr. J.F.C. Janssen, rechters, in tegenwoordigheid van de griffiers mr. M. de Jonge en mr. S.E. van Wijk en is uitgesproken ter openbare zitting op 15 juli 2025.
De oudste rechter is niet in de gelegenheid om deze beslissing te ondertekenen.