ECLI:NL:RBZWB:2025:4648

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
16 juli 2025
Publicatiedatum
17 juli 2025
Zaaknummer
11534527 \ CV EXPL 25-654 (T)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Van den Broek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van openstaande facturen voor huur van verhuisliften

In deze civiele zaak vordert eiser, H.O.D.N. [eiser], betaling van openstaande facturen van WL Keukenlogistiek B.V. voor de huur van verhuisliften. Eiser heeft op verschillende momenten verhuisliften verhuurd aan WL Keukenlogistiek en heeft hiervoor facturen gestuurd. Een aantal van deze facturen is onbetaald gebleven. De kantonrechter heeft eiser de mogelijkheid gegeven om te reageren op het bewijs van betaling dat WL Keukenlogistiek heeft overgelegd.

De procedure omvat een dagvaarding, conclusie van antwoord, conclusie van repliek en conclusie van dupliek. Eiser vordert een totaalbedrag van € 1.163,07, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. WL Keukenlogistiek voert verweer en stelt dat zij een deel van de facturen heeft voldaan en doet een beroep op verrekening.

De kantonrechter oordeelt dat WL Keukenlogistiek de facturen niet voldoende heeft betwist en dat de vordering van eiser toewijsbaar is, voor zover deze betrekking heeft op de factuur met factuurnummer [factuurnummer 6]. De kantonrechter houdt verdere beslissingen aan in afwachting van de akte van eiser om te reageren op het bewijs van betaling. De zaak zal opnieuw op de rol komen op 30 juli 2025.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Tilburg
Zaaknummer: 11534527 \ CV EXPL 25-654
Vonnis van 16 juli 2025
in de zaak van
[persoon] H.O.D.N. [eiser],
te [plaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: GGN Brabant,
tegen
WL KEUKENLOGISTIEK B.V.,
te Dongen,
gedaagde partij,
hierna te noemen: WL Keukenlogistiek,
procederend in persoon.

1.De zaak in het kort

[eiser] heeft op meerdere momenten verhuisliften verhuurd aan WL Keukenlogistiek. Voor deze huur/verhuur heeft [eiser] facturen gestuurd aan WL Keukenlogistiek. Een aantal facturen is onbetaald gebleven. De kantonrechter geeft [eiser] de mogelijkheid bij akte te reageren op het door WL Keukenlogistiek overgelegde bewijs van betaling. De kantonrechter licht dit hieronder toe.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
2.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

3.De feiten

3.1.
[eiser] heeft op diverse data in 2023 en 2024 verhuisliften verhuurd aan WL Keukenlogistiek. [eiser] heeft aan WL Keukenlogistiek facturen gestuurd in verband met de huur/verhuur van de verhuisliften.
3.2.
Een aantal facturen is onbetaald gebleven.

4.Het geschil

4.1.
[eiser] vordert - samengevat en na vermindering van eis- veroordeling van WL Keukenlogistiek tot betaling van een bedrag in hoofdsom van € 1.163,07, vermeerderd met wettelijke (handels)rente en buitengerechtelijke incassokosten.
4.2.
WL Keukenlogistiek voert verweer. WL Keukenlogistiek concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [eiser] , dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [eiser] , met veroordeling van [eiser] in de kosten van deze procedure. WL Keukenlogistiek stelt dat zij een belangrijk deel van de facturen heeft voldaan en doet daarnaast een beroep op verrekening.
4.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

5.1.
[eiser] vordert betaling van -na vermindering van eis- een viertal openstaande facturen.
De facturen met factuurnummers [factuurnummer 1] , [factuurnummer 2] en [factuurnummer 3]
5.2.
[eiser] vordert betaling van de facturen met factuurnummers [factuurnummer 1] , [factuurnummer 2] en [factuurnummer 3] . In het totaal gaat het om een bedrag van € 543,-- (namelijk € 181,-- per factuur).
5.3.
WL Keukenlogistiek betwist de facturen en de factuurbedragen niet. WL Keukenlogistiek voert aan dat zij deze facturen -nadat zij hiervoor in de periode 14 januari tot en met 27 januari 2024 aanmaningen had ontvangen van [eiser] - op 27 januari 2024 betaald heeft door overmaking van een bedrag van € 999,-- aan [eiser] . Dit bedrag zou zien op genoemde facturen en de facturen met factuurnummer [factuurnummer 4] (voor € 275,--) en [factuurnummer 5] (voor € 181,--), welke laatste twee facturen niet gevorderd worden.
5.4.
[eiser] heeft in de conclusie van repliek aangegeven niet bekend te zijn met de betaling van € 999,-- op 27 januari 2024. WL Keukenlogistiek heeft bij de conclusie van dupliek een document (bewijs van betaling) overgelegd waaruit een betaling van € 999,-- aan [eiser] op 27 januari 2024 lijkt te volgen.
5.5.
[eiser] is (nog) niet in de gelegenheid gesteld om op het door WL Keukenlogistiek overgelegde bewijs van betaling te reageren. De kantonrechter zal [eiser] daarom nog in de gelegenheid stellen hierop bij akte alsnog te reageren.
De factuur met [factuurnummer 6]
5.6.
[eiser] vordert verder betaling van de factuur met [factuurnummer 6] . Het factuurbedrag is € 620,07.
5.7.
WL Keukenlogistiek voert aan dat de werkzaamheden behorend bij deze factuur zijn uitgevoerd door een derde partij (Lift2Level), zonder dat zij daarvoor toestemming heeft gegeven en zonder dat zij daarover vooraf is ingelicht. WL Keukenlogistiek heeft in eerste instantie aangegeven uit coulance bereid te zijn om de door Lift2Level aan [eiser] in rekening gebrachte kosten te voldoen. Volgens WL Keukenlogistiek gaat dat om twee bedragen, nl. € 86,00 en € 119,83. Later heeft WL Keukenlogistiek aangegeven niet langer bereid te zijn om te betalen voor een opdracht die niet door [eiser] maar door een (door hem ingeschakelde) derde is uitgevoerd.
5.8.
Voorts betoogt WL Keukenlogistiek dat er nog een bedrag van € 75,-- in mindering moet worden gebracht op de openstaande vordering omdat twee werknemers van WL Keukenlogistiek een half uur zouden hebben moeten wachten op een [eiser] in Dordrecht.
5.9.
[eiser] voert aan dat in het verleden meerdere malen derden zijn ingeschakeld voor de werkzaamheden ten behoeve van WL Keukenlogistiek en dat daar nooit eerder over is geklaagd door WL Keukenlogistiek. Voor wat betreft het bedrag van € 75,-- betwist [eiser] (bij gebrek aan onderbouwing) dat werknemers van WL Keukenlogistiek een half uur hebben moeten wachten op een [eiser] in Dordrecht. Voor zover de werknemers al een half uur hebben moeten wachten is dit volgens [eiser] niet aan haar toe te rekenen.
5.10.
De kantonrechter oordeelt dat het verweer van WL Keukenlogistiek niet opgaat. Een opdrachtnemer hoeft een opdracht niet zelf uit te voeren, tenzij de aard van de overeenkomst meebrengt dat deze persoonlijk moet worden uitgevoerd of dat expliciet tussen partijen is overeengekomen dat de overeenkomst door een bepaalde persoon zal worden uitgevoerd. In dit geval is van genoemde uitzonderingen geen sprake. De opdracht die [eiser] diende uit te voeren, mocht zij dan ook uitvoeren met inschakeling van een derde.
5.11.
De hoogte van de factuur van [eiser] is (anders dan dat niet betaald hoeft te worden omdat de werkzaamheden zonder voorafgaande toestemming door een derde zijn uitgevoerd) niet, althans onvoldoende gemotiveerd betwist door WL Keukenlogistiek. De kantonrechter oordeelt dan ook dat WL Keukenlogistiek de factuur verschuldigd is. WL Keukenlogistiek heeft nog aangevoerd dat zij een bedrag van € 75,-- wil verrekenen met de vordering van [eiser] . Nu door WL Keukenlogistiek niet gesteld is wat de grondslag voor de vordering van € 75,-- is en deze vordering door [eiser] wordt betwist, oordeelt de kantonrechter dat te weinig gesteld is om de verschuldigdheid van het bedrag van € 75,-- te kunnen vaststellen. Voor een geslaagd beroep op verrekening is onder meer vereist dat sprake is van een opeisbare vordering van WL Keukenlogistiek op [eiser] en nu dat niet is komen vast te staan, oordeelt de kantonrechter dat WL Keukenlogistiek geen geslaagd beroep kan doen op verrekening. De vordering van [eiser] zal de kantonrechter, voor zover die ziet op de factuur met [factuurnummer 6] , dan ook toewijzen.
Tussenconclusie
5.12.
[eiser] zal in de gelegenheid worden gesteld om een akte te nemen waarin zij mag reageren op het door WL Keukenlogistiek overgelegde bewijs van betaling.
5.13.
In afwachting van de akte van de zijde van [eiser] wordt iedere verder beslissing aangehouden.

6.De beslissing

De kantonrechter
6.1.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
woensdag 30 juli 2025voor het nemen van een akte door [eiser] over wat is vermeld onder punt 5.4. en 5.5.
6.7.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. Van den Broek en in het openbaar uitgesproken op 16 juli 2025.