Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Het verloop van het geding
2.De verdere beoordeling
€ 20,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 16 juli 2025, staat de consumentenkoop met achteraf betalen centraal. Eiseres, Billink B.V., heeft haar verdienmodel toegelicht aan de kantonrechter, waarbij zij verwees naar een arrest van het Hof van Justitie van 17 oktober 2024. De kantonrechter heeft vastgesteld dat het krediet dat in deze procedure is gesloten, onder de uitzonderingscategorie van artikel 7:58 lid 2 onder e BW valt. Dit betekent dat de consumentenbescherming, zoals bedoeld in titel 2A van boek 7 BW, niet van toepassing is.
De procesgang omvat een tussenvonnis van 5 februari 2025 en een akte van eisende partij van 5 maart 2025. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de verkoper heeft voldaan aan de informatieplichten en dat de gevorderde koopsom toewijsbaar is. De kredietovereenkomst is beoordeeld in het licht van de uitzonderingen van artikel 7:58 lid 2 BW. Eiseres heeft overtuigend aangetoond dat de bedongen rente en incassokosten geen deel uitmaken van haar verdienmodel, wat leidde tot de conclusie dat het gesloten krediet géén consumentenkredietovereenkomst is.
De kantonrechter heeft de vordering toegewezen en gedaagde partij in het ongelijk gesteld. Gedaagde moet de proceskosten betalen, die zijn begroot op € 303,54. De kantonrechter heeft ook bepaald dat het vonnis uitvoerbaar bij voorraad is en het meer of anders gevorderde is afgewezen.