Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 juli 2025 in de zaak tussen
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dongen, het college.
Samenvatting
niet-ontvankelijk is, omdat eiseres geen bezwaar heeft gemaakt tegen de last onder dwangsom en haar dat redelijkerwijs kan worden verweten. Het beroep van eiseres wordt dus niet inhoudelijk beoordeeld. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Procesverloop
Beoordeling door de rechtbank
[eigenaar 2] zijn de eigenaars van de percelen [adres 1] en [adres 2] en verzorgen daar de opvang van Oekraïense ontheemden.
13 januari 2025, door het college ook had moet worden opgevat als een bezwaar dat was gericht tegen het aan de eigenaars gerichte besluit tot oplegging van de last onder dwangsom. Volgens eiseres heeft het college in de beslissing op bezwaar van 17 april 2025 haar bezwaarschrift te beperkt opgevat.
31 januari 2025 staat onder meer het volgende: “
Namens mevrouw [eiseres] (…) maak ik bezwaar tegen uw beslissing van 13 januari 2025 of met een beslissing gelijkgestelde feitelijke handeling.
In uw beslissing geeft u aan dat het gezin niet langer kan verblijven aan [adres 1] en dat u daarom de opvang beëindigt.” Tijdens de zitting heeft eiseres ook toegelicht dat zij bij het indienen van dit bezwaarschrift niet de bedoeling had ook bezwaar te maken tegen de opgelegde last. Gelet op de tekst van het bezwaarschrift van 31 januari 2025 en op de toelichting van eiseres tijdens de zitting, kan het bezwaarschrift van 31 januari 2025 niet worden aangemerkt als gericht tegen het besluit van het college van 28 januari 2025. Daarbij betrekt de rechtbank ook nog dat eiseres niet in beroep is gekomen tegen de beslissing op bezwaar van 17 april 2025. Door dat wel te doen had zij kunnen aanvoeren dat het college haar bezwaar te beperkt heeft opgevat. Deze beroepsgrond slaagt niet.
“U treedt handhavend op tegen de beheerder van de locatie na klachten over de plaatsing van dakkappelen door de bewoners. De beheerder heeft bezwaar gemaakt tegen uw last. Zolang de uitkomst onduidelijk is, is het niet redelijk om cliënten nu al onder druk te zetten te verhuizen.”Naar het oordeel van de rechtbank kan eiseres hierdoor redelijkerwijs worden verweten dat zij geen bezwaar heeft gemaakt tegen de last onder dwangsom. Deze beroepsgrond slaagt niet.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
mr.S. Wilbrink, griffier, op 18 juli 2025 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.