In deze zaak heeft de kinderrechter op 11 juli 2025 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de wijziging van de omgangsregeling voor vier minderjarigen, in het kader van een verzoek van de gecertificeerde instelling (GI) Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren op 3 juli 2025, waarbij de ouders en vertegenwoordigers van de GI aanwezig waren. De GI verzocht om de omgangsregeling te wijzigen, omdat zij van mening was dat de huidige regeling te belastend was voor de vader en de kinderen. De moeder voerde verweer en stelde dat de zorgregeling aangepast moest worden om de belangen van de kinderen te waarborgen. Tijdens de mondelinge behandeling zijn partijen tot een voorlopige regeling gekomen voor de zomervakantie, waarbij de omgang tussen de vader en de kinderen is vastgelegd. De kinderrechter heeft de GI's verzoek afgewezen, maar de huidige omgangsregeling voorlopig voortgezet totdat er een definitieve regeling door de GA of de rechtbank wordt vastgesteld. De kinderrechter complimenteerde de partijen voor hun samenwerking en benadrukte het belang van de betrokkenheid van de kinderen in het verdere traject.