ECLI:NL:RBZWB:2025:4730
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Bodemzaak
- mr. Van Dam
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van betaling van afkoopsom in huurovereenkomst met persoonlijke omstandigheden als verweer
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 9 juli 2025 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen A.V.V. Beheer B.V. (hierna: AVV) en een huurder. De procedure betreft een vordering tot betaling van een afkoopsom van € 22.500,00 die was overeengekomen in het kader van een beëindigde huurovereenkomst. De huurovereenkomst was aangegaan voor een woning in [plaats 2] en zou op 1 april 2024 ingaan. De partijen kwamen overeen dat de huurovereenkomst zou worden beëindigd in ruil voor de afkoopsom, die in termijnen van € 2.500,00 per maand zou worden betaald, te beginnen op 1 juli 2024. De huurder heeft echter nagelaten de afkoopsom te betalen.
AVV vorderde in totaal € 24.225,58, inclusief wettelijke rente en incassokosten. De huurder voerde aan dat zij door persoonlijke omstandigheden niet in staat was om de afkoopsom te betalen en dat er een ontbindende voorwaarde in de huurovereenkomst was opgenomen die haar zou ontslaan van de verplichting tot betaling. De kantonrechter oordeelde echter dat de persoonlijke omstandigheden van de huurder haar niet ontsloegen van haar contractuele verplichtingen. Bovendien was de ontbindende voorwaarde niet van toepassing, omdat de huurder geen beroep had gedaan op deze voorwaarde en nieuwe afspraken had gemaakt over de beëindiging van de huurovereenkomst.
De kantonrechter heeft de vordering van AVV toegewezen en de huurder veroordeeld tot betaling van de afkoopsom, wettelijke rente, buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.