Op 9 juli 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, mr. Van Gessel, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige]. De zaak betreft een verzoek van de gecertificeerde instelling, STICHTING JEUGDBESCHERMING BRABANT, om de ondertoezichtstelling van [minderjarige] te verlengen voor de duur van een jaar. De ouders van [minderjarige] zijn verwikkeld in een conflict, wat leidt tot een belastende situatie voor het kind. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ontwikkeling van [minderjarige] ernstig wordt bedreigd door de strijd tussen de ouders en dat zij klem zit tussen hen. De ouders zijn onvoldoende in staat om zonder de betrokkenheid van de GI afspraken te maken die in het belang van [minderjarige] zijn. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd tot 22 juli 2026 en verklaard dat de beschikking uitvoerbaar bij voorraad is. De ouders hebben de regie van de GI nodig om tot afspraken te komen en de hulpverlening voort te zetten. De Raad voor de Kinderbescherming heeft het verzoek ondersteund, gezien de noodzaak van begeleiding voor de ouders en de ontwikkeling van [minderjarige].