ECLI:NL:RBZWB:2025:4759

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
9 juli 2025
Publicatiedatum
22 juli 2025
Zaaknummer
11374791 CV EXPL 24-3899 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Tilman-Knoester
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling op grond van een bestelling bij een webwinkel waarbij een koopovereenkomst tot stand zou zijn gekomen

In deze zaak vordert Billink Finance B.V. betaling van een factuur voor een bestelling die zou zijn geplaatst bij de webwinkel Meubel-plein.nl. De gedaagde betwist echter de bestelling te hebben geplaatst. De kantonrechter heeft op 9 juli 2025 geoordeeld dat de vordering van Billink wordt afgewezen, omdat niet voldoende is komen vast te staan dat de gedaagde de gestelde koopovereenkomst heeft gesloten. De procedure begon met een dagvaarding op 15 oktober 2024, gevolgd door verschillende processtukken, waaronder een conclusie van antwoord en akten van beide partijen. Billink stelde dat de gedaagde een koopovereenkomst op afstand had gesloten, maar de kantonrechter oordeelde dat Billink niet aan haar stelplicht had voldaan. De gedaagde heeft aangetoond dat de gegevens die aan de bestelling zijn gekoppeld niet overeenkomen met haar identiteit. De kantonrechter heeft geconcludeerd dat de vordering van Billink niet kan worden toegewezen en heeft Billink veroordeeld in de proceskosten, met een forfaitair bedrag voor de gedaagde die in persoon procedeerde. Het vonnis is openbaar uitgesproken op 9 juli 2025.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Breda
Zaaknummer: 11374791 \ CV EXPL 24-3899
Vonnis van 9 juli 2025
in de zaak van
de besloten vennootschap BILLINK FINANCE B.V., H.O.D.N. BILLINK,
gevestigd en kantoorhoudende te Gouda,
eisende partij,
hierna te noemen: Billink,
gemachtigde: Deurwaarderskantoor Van Lith B.V.,
tegen
[gedaagde],
wonende te [plaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De zaak in het kort

Het gaat in deze zaak om betaling van een factuur van Billink voor een bestelling bij een webwinkel waardoor er een koopovereenkomst tot stand zou zijn gekomen. [gedaagde] betwist de bestelling te hebben geplaatst. De kantonrechter wijst de vordering van Billink af omdat onvoldoende is komen vast te staan dat [gedaagde] de gestelde koopovereenkomst heeft gesloten.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 15 oktober 2024 met producties;
- de conclusie van antwoord;
- de akte van Billink met producties;
- de antwoordakte van [gedaagde] met producties;
- de akte uitlaten producties van Billink.
2.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

3.De feiten

3.1.
Op 5 maart 2024 heeft Billink een factuur gestuurd naar het [e-mailadres] voor een op 28 februari 2024 bij de webwinkel van Meubel-plein.nl geplaatste bestelling voor een bedrag van € 199,95 op naam van [naam] .
3.2.
Billink heeft de vordering van Meubel-plein.nl overgedragen gekregen.
3.3.
[gedaagde] is aangemaand voor de vordering en heeft die onbetaald gelaten.

4.Het geschil

4.1.
Billink vordert – samengevat – dat [gedaagde] wordt veroordeeld tot betaling van het bedrag van € 247,52 vermeerderd met de wettelijke rente over € 199,95 vanaf 15 oktober 2024 tot de dag van volledige betaling, kosten rechtens.
4.2.
Billink legt aan haar vordering het volgende ten grondslag. [gedaagde] heeft een koopovereenkomst op afstand gesloten waarbij goederen zijn gekocht van Meubel-plein.nl en geleverd voor een bedrag van € 199,95. Na overdracht van de vordering aan Billink is [gedaagde] de koopsom aan Billink verschuldigd. Aan wettelijke rente is tot 15 oktober 2024 een bedrag van € 7,57 verschuldigd en aan buitengerechtelijke kosten is een bedrag van € 40,00 verschuldigd.
4.3.
[gedaagde] voert als verweer het volgende aan. [gedaagde] heeft geen bestelling gedaan op naam van [naam] . [gedaagde] heeft een andere voornaam en het bij de bestelling gestelde e-mailadres is niet van haar. [gedaagde] heeft ook geen bestelling ontvangen. Het adres dat op de factuur staat, is wegens een brand de afgelopen 3,5 jaar niet bewoonbaar geweest en daar woont [gedaagde] pas sinds oktober 2024 weer.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

5.1.
Kern van het geschil is of [gedaagde] op 28 februari 2024 een bestelling heeft geplaatst bij Meubel-plein.nl en daarmee een koopovereenkomst is gesloten. De stelplicht en bewijslast ten aanzien van het bestaan van deze overeenkomst rusten op Billink. De kantonrechter is van oordeel dat Billink niet heeft voldaan aan de op haar rustende stelplicht.
5.2.
Billink heeft ter onderbouwing van haar stellingen verwezen naar bij de bestelling doorgegeven persoonsgegevens ( [naam] , [geboortedatum] , het [adres] te [plaats] en [e-mailadres] ) en een afleverbewijs. Naar het oordeel van de kantonrechter volgt daaruit niet dat er door [gedaagde] een bestelling is geplaatst bij de rechtsvoorganger van Billink. Er is namelijk een andere naam en geboortedatum dan [gedaagde] gebruikt. Daarnaast bevat het e-mailadres een andere voornaam dan [gedaagde] . Enkel het adres komt overeen met het adres van [gedaagde] , maar dat is onvoldoende om uit te gaan van een bestelling door [gedaagde] . Ook heeft Billink een afleverbewijs op het adres van [gedaagde] overgelegd, maar bij gebreke van een onderbouwing kan er niet vanuit worden gegaan dat [gedaagde] daarvoor heeft getekend en zij het pakket in ontvangst heeft genomen. [gedaagde] betwist dat de paraaf op het afleverbewijs van haar is en de vermelding “ [voorletters] ” bij de naam [gedaagde] komt niet overeen met de voorletters van [gedaagde] en zij is geen man. Het eventuele feit dat het pakket van de bestelling op het adres van [gedaagde] is bezorgd, is onvoldoende om uit te gaan van een (ontvangen) bestelling door [gedaagde] .
5.3.
Bij akte stelt Billink nog dat [gedaagde] erkent zou hebben per e-mail een aanmaning te hebben ontvangen. Daarvan heeft [gedaagde] bij antwoordakte echter verduidelijk dat zij enkel de per post ontvangen aanmaning van 6 mei 2024 heeft ontvangen en dat daarop “laatste aanmaning” is vermeld. Van een door [gedaagde] per e-mail ontvangen aanmaning kan daarom niet worden uitgegaan.
5.4.
Het voorgaande leidt ertoe dat de gestelde overeenkomst dus niet is vast komen te staan. De vordering zal daarom worden afgewezen.
5.5.
Billink zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. [gedaagde] procedeert in persoon en heeft daarom geen recht op vergoeding voor het salaris van een gemachtigde. Zij wel is twee keer op de rolzitting verschenen. Daarom kent de kantonrechter haar een door Billink te vergoeden forfaitair bedrag toe van € 100,00 (2 x 50,00) aan reis-, verblijf- en verletkosten. De nakosten worden toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

6.De beslissing

De kantonrechter
6.1.
wijst de vordering van Billink af,
6.2.
veroordeelt Billink in de proceskosten van € 100,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als Billink niet tijdig aan de veroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend.
Dit vonnis is gewezen door mr. Tilman-Knoester en in het openbaar uitgesproken op 9 juli 2025.