Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
hoeveelhedenvan een materiaal
bevattendeMDMA en/of cocaïne, zijnde MDMA en cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.Het beslag
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
pzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder C van de Opiumwet
taakstraf voor de duur van 240 (tweehonderdveertig) uren;
vervangende hechteniszal worden toegepast van
120 (honderdtwintig) dagen;
gevangenisstraf van 180 (honderdtachtig) dagen, waarvan 176 (honderdzesenzeventig) dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 (twee) jaar;
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;