Uitspraak
1.[verzoeker 1] ,
2.
[verzoeker 2],
1.De procedure
2.Het verzoek
3.De beoordeling
4.De beslissing
woensdag 3 september 2025 te 10:00 uur,
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, is op 23 juli 2025 een beschikking gegeven in een civiele procedure. De verzoekende partijen, aangeduid als [verzoekers], hebben een verzoek ingediend om de huurprijs per 1 januari 2024 vast te stellen op € 72.085,00 per jaar, exclusief btw, op basis van artikel 7:303 van het Burgerlijk Wetboek. De procedure is echter op het verkeerde spoor geraakt, omdat het verzoekschrift niet de juiste procedure was voor de gevraagde huurprijsvaststelling. De griffier heeft de partijen op 5 juni 2025 geïnformeerd dat de zaak niet met een verzoekschrift had moeten worden ingeleid, maar met een dagvaarding. Na instemming van de gemachtigde van de verzoekers, mr. P.H. Pijpelink, met de spoorwissel, heeft de kantonrechter besloten dat de procedure moet worden voortgezet volgens de regels van de dagvaardingsprocedure. De zaak is doorgeleid naar de rolzitting op 3 september 2025, waarbij de verzoekers zijn opgedragen om InBev op te roepen volgens de toepasselijke procesregels. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. Van Dam.