In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 23 juli 2025, wordt het beroep van de belanghebbende tegen de naheffingsaanslag parkeerbelasting beoordeeld. De belanghebbende, een inwoner van Duitsland, had op 28 maart 2024 zijn auto geparkeerd aan de Veerse Dam Resto te Veere. Tijdens een controle door parkeercontroleurs werd vastgesteld dat er geen parkeerbelasting was voldaan. De heffingsambtenaar van de gemeente Veere legde daarop een naheffingsaanslag op van € 76,70, bestaande uit belasting en kosten. De belanghebbende voerde aan dat hij wel degelijk parkeerbelasting had voldaan en overhandigde een afschrift van EasyPark ter onderbouwing van zijn claim. De rechtbank oordeelde dat de belanghebbende een redelijke termijn moet worden gegund voor het voldoen van de parkeerbelasting, inclusief de tijd die nodig is om naar een parkeerautomaat te lopen of een parkeerapp te gebruiken. De rechtbank concludeerde dat de aanmelding voor het parkeren aan de Veerse Dam Resto binnen de redelijke termijn was gedaan, waardoor de naheffingsaanslag ten onrechte was opgelegd. Het beroep werd gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar en de naheffingsaanslag werden vernietigd, en de heffingsambtenaar werd verplicht het griffierecht aan de belanghebbende te vergoeden.