ECLI:NL:RBZWB:2025:4793
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Kennelijk niet-ontvankelijk beroep tegen aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 24 juli 2025, wordt het beroep van de belanghebbende tegen de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2020 behandeld. De inspecteur van de Belastingdienst had op 19 oktober 2023 een aanslag opgelegd van € 651. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat het te laat is ingediend. De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt zes weken en begint op de dag na de dagtekening van de uitspraak op bezwaar. In dit geval eindigde de termijn op 30 november 2023, maar de brief van de belanghebbende werd pas op 28 april 2024 door de inspecteur ontvangen. Dit betekent dat het beroepschrift niet tijdig is ingediend.
De rechtbank heeft de belanghebbende meerdere keren de gelegenheid gegeven om redenen voor de termijnoverschrijding aan te geven, maar er is geen reactie ontvangen. Hierdoor is er geen verontschuldiging voor het verzuim gebleken. De rechtbank concludeert dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, wat betekent dat het bestreden besluit in stand blijft en er geen proceskostenveroordeling plaatsvindt. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden geraadpleegd via rechtspraak.nl.