ECLI:NL:RBZWB:2025:4794
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Kennelijk niet-ontvankelijk verklaarde beroepen inzake aanslagen inkomstenbelasting en premievolksverzekeringen
Op 24 juli 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaken BRE 24/4879 tot en met 24/4888, waarbij de rechtbank de beroepen van belanghebbende kennelijk niet-ontvankelijk heeft verklaard. De beroepen waren gericht tegen uitspraken op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst met betrekking tot aanslagen inkomstenbelasting en premievolksverzekeringen (IB/PVV) en de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw) voor de jaren 2017, 2018, 2019, 2020 en 2021. De rechtbank oordeelde dat de beroepen te laat waren ingediend, aangezien de termijn voor het indienen van een beroepschrift was verstreken. De dagtekening van de uitspraken op bezwaar was 15 april 2024, en de termijn voor het indienen eindigde op 27 mei 2024. Belanghebbende had echter pas op 11 juni 2024 een beroepschrift ingediend, wat niet tijdig was. De rechtbank heeft vastgesteld dat belanghebbende niet heeft aangetoond dat hij het beroepschrift tijdig ter post heeft bezorgd, en heeft daarom de beroepen niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en de bestreden besluiten blijven in stand.