ECLI:NL:RBZWB:2025:4795
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen, kennelijk niet-ontvankelijk verklaard
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 24 juli 2025, wordt het beroep van de belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst behandeld. De inspecteur had aan de belanghebbende voor het jaar 2015 een aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen opgelegd. Na bezwaar van de belanghebbende is de aanslag verminderd. De rechtbank constateert echter dat het beroep van de belanghebbende kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat het te laat is ingediend. De termijn voor het indienen van een beroepschrift is zes weken en begint op de dag na de dagtekening van de uitspraak op bezwaar. In dit geval was de dagtekening 30 september 2024, waardoor de termijn eindigde op 11 november 2024. De belanghebbende heeft het beroepschrift echter pas op 10 december 2024 op de post gedaan, wat te laat is. De rechtbank heeft de belanghebbende de gelegenheid gegeven om redenen voor de termijnoverschrijding aan te geven, maar er is geen reactie ontvangen. Hierdoor blijft het bestreden besluit in stand en wordt het beroep niet inhoudelijk beoordeeld. De rechtbank verklaart het beroep kennelijk niet-ontvankelijk en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.