ECLI:NL:RBZWB:2025:4795

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
24 juli 2025
Publicatiedatum
24 juli 2025
Zaaknummer
BRE 24/8252
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen, kennelijk niet-ontvankelijk verklaard

In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 24 juli 2025, wordt het beroep van de belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst behandeld. De inspecteur had aan de belanghebbende voor het jaar 2015 een aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen opgelegd. Na bezwaar van de belanghebbende is de aanslag verminderd. De rechtbank constateert echter dat het beroep van de belanghebbende kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat het te laat is ingediend. De termijn voor het indienen van een beroepschrift is zes weken en begint op de dag na de dagtekening van de uitspraak op bezwaar. In dit geval was de dagtekening 30 september 2024, waardoor de termijn eindigde op 11 november 2024. De belanghebbende heeft het beroepschrift echter pas op 10 december 2024 op de post gedaan, wat te laat is. De rechtbank heeft de belanghebbende de gelegenheid gegeven om redenen voor de termijnoverschrijding aan te geven, maar er is geen reactie ontvangen. Hierdoor blijft het bestreden besluit in stand en wordt het beroep niet inhoudelijk beoordeeld. De rechtbank verklaart het beroep kennelijk niet-ontvankelijk en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 24/8252

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 24 juli 2025 in de zaak tussen

[belanghebbende] , uit [plaats] , belanghebbende,

en

de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de rechtbank over het beroep van belanghebbende tegen de bestreden uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 30 september 2024.
1.1.
De inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2015 een aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd met aanslagnummer [bsn 1] H.56.01 . Belanghebbende is hiertegen in bezwaar gegaan. De inspecteur heeft besloten aan het bezwaar van belanghebbenden tegemoet te komen. Als gevolg hiervan is de aanslag verminderd met € 369.
1.2.
Belanghebbende heeft na een vraag daarover van de rechtbank de uitspraak op bezwaar toegestuurd. De dagtekening van deze uitspraak op bezwaar is 30 september 2024.
1.3.
In eerste instantie was de indruk ontstaan dat sprake was van twee uitspraken op bezwaar, allebei over 2015. Daarom zijn twee zaaknummers aangemaakt. Het bovenstaande nummer en nummer 24/8253. Die laatste heeft betrekking op de aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd met aanslagnummer [bsn 1] H.57.01 .
1.4.
Omdat de inspecteur kenbaar heeft gemaakt dat voor de aanslag die eindigt op nummer H.57.01 nog geen bezwaarprocedure heeft plaatsgevonden, heeft de rechtbank de stukken die op dat nummer betrekking hebben, aan de inspecteur doorgestuurd [1] om te beoordelen of het moet worden aangemerkt als bezwaarschrift tegen die aanslag.
1.5.
In deze uitspraak beslist de rechtbank in de procedure waar wel een uitspraak op bezwaar beschikbaar is.
1.6.
Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank komt tot het oordeel dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is omdat het te laat is ingediend en het te laat indienen niet verschoonbaar is. De rechtbank legt hierna uit hoe zij tot dit oordeel komt.
Toetsingskader
3. Voor het indienen van een beroepschrift geldt een termijn van zes weken. [2] Deze termijn begint op de dag na de dagtekening van de uitspraak op bezwaar. [3] Maar als de dagtekening een datum is vóór de datum waarop de uitspraak op bezwaar is verzonden, begint deze termijn op de dag na de dag van verzending.
Een beroepschrift is op tijd ingediend wanneer het voor het einde van de termijn is ontvangen. [4] Wanneer het beroepschrift (aangetekend of niet-aangetekend) met de gewone post [5] wordt verstuurd, is het bij ontvangst na het einde van de termijn onder voorwaarden ook tijdig ingediend. [6] Die voorwaarden zijn dat het beroepschrift voor het einde van de termijn op de post is gedaan én het niet later dan een week na afloop van de termijn bij de rechtbank is ontvangen. Als op de envelop een leesbaar poststempel is geplaatst, neemt de rechtbank in beginsel aan dat het beroepschrift op die dag op de post is gedaan. De rechtbank wijkt alleen van dit uitgangspunt af als de indiener van het beroepschrift aannemelijk maakt dat het op een eerdere datum op de post is gedaan. Als op de enveloppe geen (leesbaar) poststempel is geplaatst, neemt de rechtbank in beginsel aan dat het beroepschrift tijdig op de post is gedaan als het de eerste of tweede werkdag na de beroepstermijn is ontvangen. De rechtbank wijkt vervolgens alleen van dit laatste uitgangspunt af als op grond van vaststaande feiten aannemelijk is dat het beroepschrift later dan de laatste dag van de termijn op de post is gedaan.
3.1.
Als iemand een beroepschrift te laat indient, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Dat is alleen anders als het niet tijdig indienen van het beroepschrift verontschuldigbaar is. Dan laat de rechtbank niet-ontvankelijkverklaring op grond van die te late indiening achterwege. [7]
Is het beroep te laat ingediend?
4. Vast staat dat de dagtekening van de uitspraak op bezwaar 30 september 2024 is. Er is geen aanleiding om aan te nemen dat de verzending ervan later dan die datum heeft plaatsgevonden. De termijn voor het indienen van een beroepschrift eindigde dus op 11 november 2024.
4.1.
Belanghebbende heeft het beroepschrift met PostNL verstuurd. Gelet op het poststempel gaat de rechtbank ervan uit dat het beroep op 10 december 2024 op de post is gedaan. Belanghebbende heeft niet aannemelijk gemaakt dat het eerder op de post is gedaan. Dat is later dan de tweede werkdag na afloop van de beroepstermijn. Het beroepschrift is dus niet tijdig ingediend.
Is het te laat indienen verontschuldigbaar?
5. Belanghebbende is bij brief van 24 maart 2025 in de gelegenheid gesteld om redenen aan te geven voor deze termijnoverschrijding. Belanghebbende heeft niet gereageerd. Er is dus geen verontschuldiging voor dit verzuim gebleken.

Conclusie en gevolgen

6. Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk. Dat betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordeelt en dat het bestreden besluit in stand blijft. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep kennelijk niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.M. Dondorp-Loopstra, rechter, in aanwezigheid van L.G.J. Houtman-Davelaar, griffier, op 24 juli 2025 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Deze uitspraak is in Mijn Rechtspraak geplaatst en is aan de partij die niet digitaal procedeert aangetekend per post verzonden op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Dit volgt uit artikel 6:15 van de Awb.
2.Dit volgt uit artikel 6:7 van deAwbb.
3.Dit volgt uit artikel 26c van deAlgemene wett inzake rijksbelastingen.
4.Dit volgt uit artikel 6:9, eerste lid, van deAwbb.
5.Onder gewone post wordt verstaan doorPostNLL of door ieder ander bij deAutoriteit Consument en Marktt geregistreerd postvervoerbedrijf.
6.Dit volgt uit artikel 6:9, tweede lid, van deAwbb.
7.Dit volgt uit artikel 6:11 van deAwbb.