ECLI:NL:RBZWB:2025:4807

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
9 juli 2025
Publicatiedatum
24 juli 2025
Zaaknummer
C/02/437468 / FA RK 25-3544
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Van Ginneken
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel in het kader van de geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 9 juli 2025 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1992, die verblijft in een GGZ-instelling. De officier van justitie had verzocht om een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de duur van drie weken. Tijdens de zitting, die achter gesloten deuren plaatsvond, zijn de betrokkene, zijn advocaat, en twee psychiaters gehoord. De betrokkene gaf aan dat het goed met hem ging en dat hij geen verzet meer bood. De psychiaters bevestigden dat de betrokkene was gestabiliseerd na medicatie en dat er geen sprake was van verzet of onmiddellijk dreigend ernstig nadeel. De advocaat van de betrokkene pleitte ook voor afwijzing van het verzoek. De rechtbank concludeerde dat niet voldaan werd aan de wettelijke criteria voor het verlenen van de gevraagde machtiging en wees het verzoek af. De beschikking werd mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot cassatie tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/437468 / FA RK 25-3544
Datum uitspraak: 9 juli 2025
Beschikking voortzetting crisismaatregel
op het verzoek van de officier van justitie voor
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1992 in [geboorteplaats],
hierna te noemen betrokkene,
zonder bekende woonplaats,
verblijvend te [plaats],
advocaat mr. M. Timmermans-Roelands te Bergen op Zoom.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in de beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 7 juli 2025.
1.2.
De zitting met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 9 juli 2025. Daarbij zijn gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat, bijgestaan door een tolk;
  • dhr. [naam 1], psychiater;
  • dhr. [naam 2], psychiater in opleiding, behandelaar.
1.3.
Tevens waren er twee coassistenten, een psychiater en een begeleidster aanwezig, deze zijn echter niet gehoord.

2.Wat vaststaat

2.1.
Betrokkene verblijft met een crisismaatregel in GGZ WNB. De burgemeester van Bergen op Zoom heeft de crisismaatregel op 4 juli 2025 afgegeven.

3.Het verzoek

3.1.
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel te verlenen voor de duur van drie weken.

4.De standpunten

4.1.
Betrokkene vertelt dat het heel goed met hem gaat. Volgens hem kan eigenlijk niet beter. Op de vraag waarom het beter gaat verwijst betrokkene naar de psychiater.
4.2.
De psychiater geeft aan dat het beeld van betrokkene dat tot de crisismaatregel heeft geleid ook voor hen onverwacht was. Ze hebben hem toen medicatie toegediend en zien hem nu weer zoals ze hem kennen. Er is nu ook geen sprake meer van verzet waardoor de psychiater afwijzing van het verzoek bepleit.
4.3.
De behandelaar van betrokkene stelt dat betrokkene is gestabiliseerd nadat hij het antipsychoticum heeft gekregen. Betrokkene heeft één dag in de separeercel doorgebracht, maar hij neemt nu zijn medicatie vrijwillig en is weer goed in contact. Betrokkene wil ook terug naar Roemenië en de behandelaar wil hem daarbij helpen.
4.4.
De advocaat bepleit ook afwijzing van het verzoek. Zij ziet geen verzet en geen onmiddellijk dreigend ernstig nadeel.

5.De beoordeling

5.1.
De rechtbank wijst de gevraagde machtiging af. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
5.2.
De rechtbank constateert – gelet op hetgeen tijdens de mondelinge behandeling naar voren is gebracht – dat er op dit moment geen sprake is van verzet. Tevens oordeelt de rechtbank dat er nu geen sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel.
5.3.
Gelet op het voorgaande wordt niet voldaan aan de wettelijke criteria om het voorliggende verzoek tot het verlenen van een voortzetting crisismaatregel toe te wijzen. De rechtbank zal het verzoek daarom afwijzen.

6.De beslissing

De rechtbank:
6.1.
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 9 juli 2025 door mr. Van Ginneken, rechter, in aanwezigheid van mr. Brok, griffier en op schrift gesteld op 23 juli 2025.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.