ECLI:NL:RBZWB:2025:4856
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Bodemzaak
- mr. Swaanen
- Rechtspraak.nl
Bepaling van een geldleningsovereenkomst tussen ex-partners op basis van WhatsApp-correspondentie
In deze zaak gaat het om de vraag of er sprake is van een geldleningsovereenkomst tussen twee ex-partners. De eiser, vertegenwoordigd door mr. R.K. van der Brugge, vordert terugbetaling van een bedrag van € 20.697,00 van de gedaagde, vertegenwoordigd door mr. K. Yasar. De partijen hadden van augustus 2019 tot november 2021 een affectieve relatie en hebben in die periode samen gewoond. Gedurende deze tijd heeft de eiser meerdere bedragen aan de gedaagde overgemaakt. De eiser stelt dat deze betalingen zijn gedaan als leningen, terwijl de gedaagde betwist dat er sprake is van een geldleningsovereenkomst en aanvoert dat de betalingen betrekking hadden op gezamenlijke uitgaven en investeringen.
De kantonrechter heeft de WhatsApp-correspondentie tussen partijen als bewijsstuk bekeken. Hieruit blijkt dat de gedaagde heeft toegezegd bedragen terug te betalen, wat de kantonrechter als bewijs voor de geldleningsovereenkomst beschouwt. De kantonrechter oordeelt dat de gedaagde niet voldoende heeft onderbouwd dat de betalingen voor gezamenlijke doeleinden waren. De eiser heeft recht op terugbetaling van het gevorderde bedrag, met wettelijke rente vanaf 4 februari 2023. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten wordt afgewezen, omdat er geen aanmaning is verstuurd die voldoet aan de wettelijke eisen. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.