In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 juli 2025, wordt het beroep van eiser beoordeeld, die stelt dat de burgemeester van Terneuzen niet tijdig heeft beslist op zijn bezwaar tegen de verlening van een alcoholvergunning. Eiser had op 31 juli 2024 bezwaar gemaakt tegen de beslissing van 23 februari 2022, maar de burgemeester heeft niet binnen de wettelijk vereiste termijn van twaalf weken beslist. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk gegrond is, omdat de burgemeester niet heeft gereageerd op de ingebrekestelling van eiser. De rechtbank bepaalt dat de burgemeester binnen twee weken na de uitspraak alsnog een beslissing moet nemen en legt een dwangsom op van € 100,- per dag voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast wordt een reeds verschuldigde dwangsom vastgesteld op € 1.442,- voor de periode van 8 januari 2025 tot 20 februari 2025. Eiser krijgt ook een vergoeding van € 453,50 voor proceskosten en het griffierecht van € 194,- moet door de burgemeester aan eiser worden vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om verzet aan te tekenen.