In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 28 juli 2025, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar bezwaar door de Dienst Toeslagen beoordeeld. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen een beschikking van 16 november 2022, waarin haar aanvraag voor een bedrag van € 30.000 op basis van de lichte toets werd afgewezen. De rechtbank oordeelt dat eiseres geen procesbelang heeft, omdat haar situatie al integraal is beoordeeld in een eerdere beschikking van 5 juli 2023. De Dienst Toeslagen had op 6 maart 2024 het bezwaar van eiseres niet-ontvankelijk verklaard, wat later werd ingetrokken en vervangen door een nieuw besluit op 22 augustus 2024, waarin het bezwaar kennelijk ongegrond werd verklaard. De rechtbank stelt vast dat de integrale beoordeling een grondigere toets is dan de lichte toets, en dat de uitkomst van deze procedure bepalend is voor het al dan niet als gedupeerde aanmerken van eiseres. De rechtbank concludeert dat eiseres met haar beroep geen reëel en actueel belang meer heeft, en dat de beroepsgronden tegen de lichte toets aan de orde kunnen komen in de bezwaarprocedure tegen de integrale beoordeling. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk, en eiseres krijgt geen griffierecht of proceskosten vergoed.