Op 18 juli 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Middelburg een beschikking gegeven in een zaak betreffende de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige]. De Raad voor de Kinderbescherming, regio Zuidwest Nederland, heeft verzocht om [minderjarige] onder toezicht te stellen voor de duur van twaalf maanden. De ouders van [minderjarige] zijn belast met het ouderlijk gezag, maar er is sprake van een ernstig verstoorde communicatie en samenwerking tussen hen, wat leidt tot een bedreiging van de ontwikkeling van [minderjarige]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders niet in staat zijn om de zorgen weg te nemen en dat er geen vertrouwen is tussen hen en de betrokken hulpverlening. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling toegewezen, met als doel de ontwikkeling van [minderjarige] te waarborgen en een veilige omgeving te creëren voor haar. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing direct geldt, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De kinderrechter heeft de Stichting Jeugdbescherming West Zeeland de regie gegeven over het proces en benadrukt het belang van contactherstel tussen de vader en de GI.