ECLI:NL:RBZWB:2025:4974
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de WOZ-waarde van een hotel in Schouwen-Duiveland
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Middelburg, wordt het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Schouwen-Duiveland beoordeeld. De heffingsambtenaar had de WOZ-waarde van een hotel vastgesteld op € 2.666.000 per 1 januari 2023. Belanghebbende, vertegenwoordigd door mr. D.A.N. Bartels, betwistte deze waarde en stelde dat deze maximaal € 1.549.000 zou moeten zijn. De rechtbank heeft op 24 juli 2025 de zaak behandeld, waarbij de gemachtigde van belanghebbende en vertegenwoordigers van de heffingsambtenaar aanwezig waren.
De rechtbank concludeert dat de heffingsambtenaar de WOZ-waarde niet te hoog heeft vastgesteld. De waarde is onderbouwd met verkoopcijfers van vergelijkingsobjecten en de rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar aannemelijk heeft gemaakt dat de waarde correct is. Het verzoek van belanghebbende om vrijstelling van het griffierecht werd afgewezen, omdat er geen gegevens waren over betalingsonmacht. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, waardoor de WOZ-waarde en de aanslag onroerendezaakbelastingen gehandhaafd blijven. Er wordt geen proceskostenvergoeding toegekend en het griffierecht wordt niet vergoed.