ECLI:NL:RBZWB:2025:4997
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaak betreffende omgevingsvergunning
Op 1 augustus 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen verzoeker en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Terneuzen. Verzoeker had op 6 augustus 2024 beroep ingesteld tegen een beslissing op bezwaar van het college, dat op 7 mei 2024 een omgevingsvergunning had geweigerd voor het gebruiken van een woning voor flexbewoning. In reactie op een last onder dwangsom die op 24 juni 2025 aan verzoeker was opgelegd, vroeg hij de voorzieningenrechter om het besluit van 7 mei 2024 tijdelijk op te schorten. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen sprake was van (spoedeisend) belang, omdat het college had medegedeeld dat de begunstigingstermijn van de last onder dwangsom werd opgeschort in afwachting van de uitspraak in het beroep. Hierdoor had verzoeker geen belang bij de gevraagde voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter wees het verzoek af en besliste dat er geen proceskosten voor vergoeding in aanmerking komen. Het eventueel betaalde griffierecht zal worden terugbetaald.