ECLI:NL:RBZWB:2025:5005

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
23 juli 2025
Publicatiedatum
31 juli 2025
Zaaknummer
C/02/430382 / HA ZA 25-5 (T)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • M. Goedegebuur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot deskundigenbericht in geschil over gebreken aan fundering van woning

In deze civiele zaak hebben [eiser] en [eiseres] [gedaagde] B.V. aangeklaagd wegens tekortkomingen in de nakoming van een aannemingsovereenkomst. De eisende partijen stellen dat de woning die door [gedaagde] is gebouwd gebreken vertoont aan de fundering. Ze vorderen dat de rechtbank een deskundige benoemt om de gebreken vast te stellen en dat [gedaagde] wordt veroordeeld tot herstel. De zaak is gestart met een dagvaarding, maar de eisers willen een voorlopig deskundigenbericht, wat via een verzoekschrift moet worden ingediend. De rechtbank heeft de zaak naar de parkeerrol verwezen in afwachting van het deskundigenbericht. De procedure omvatte een mondelinge behandeling en diverse akten van beide partijen. De rechtbank heeft besloten dat het verzoek tot het houden van een voorlopig deskundigenbericht verder zal worden behandeld onder een nieuw zaaknummer, en de huidige zaak wordt aangehouden tot het deskundigenbericht is ontvangen. De beslissing is op 23 juli 2025 openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK Zeeland-West-Brabant

Civiel recht
Zittingsplaats Breda
Zaaknummer / rolnummer: C/02/430382 / HA ZA 25-5
Vonnis van 23 juli 2025
in de zaak van

1.[eiser] ,

te [plaats 1] ,
2.
[eiseres],
te [plaats 1] ,
eisende partijen,
hierna samen te noemen: [eiser] en [eiseres] ,
advocaat: mr. M.J.S. Spanjersberg,
tegen
[gedaagde] B.V.,
te [plaats 2] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
advocaat: mr. H.R. Verschuur en mr. D. Opsteen.

1.De zaak in het kort

1.1.
[eiser] en [eiseres] stellen dat [gedaagde] is tekortgeschoten in de nakoming van de aannemingsovereenkomst. De woning die [gedaagde] voor hen heeft gebouwd zou gebreken bevatten aan de fundering. Zij vorderen dat de rechtbank een deskundige benoemt en dat [gedaagde] wordt veroordeeld tot herstel van de gebreken.
[eiser] en [eiseres] zijn een dagvaardingsprocedure begonnen, maar willen eigenlijk een voorlopig deskundigenbericht en dat moet via een verzoekschrift worden ingediend. Het verzoek is op de mondelinge behandeling behandeld en zal een eigen zaaknummer krijgen. De rechtbank verwijst deze zaak naar de parkeerrol in afwachting van het voorlopig deskundigenbericht.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 19 maart 2025 en de daarin genoemde stukken,
- de akte uitlaten en overlegging van producties 5 tot en met 6b en wijziging van eis van [eiser] en [eiseres] ,
- de akte van [gedaagde] met productie 8,
- de akte van [eiser] en [eiseres] met productie 7,
- de mondelinge behandeling van 6 juni 2025, waarvan door de griffier zittingsaantekeningen zijn gemaakt,
- de spreekaantekeningen van [gedaagde] .
2.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

3.De feiten

3.1.
[eiser] en [eiseres] hebben op 14 juni 2017 met [gedaagde] een aannemingsovereenkomst gesloten voor de bouw van hun woning aan de [adres] in [plaats 1] . De woning maakt onderdeel uit van het plan [plan] .
3.2.
De woning is op 3 juli 2019 door [gedaagde] opgeleverd.
3.3.
[eiser] en [eiseres] hebben in 2024 ontdekt dat er bij buren funderingswerkzaamheden zijn uitgevoerd. [eiser] en [eiseres] hebben daarom BIJN.nl ingeschakeld om onderzoek te doen naar de toestand van de fundering in hun woning. BIJN.nl concludeert in haar rapport dat er dekkingsproblemen in de fundering van de woning zijn. [gedaagde] is het hier niet mee eens.
3.4.
In de aannemingsovereenkomst is een vervaltermijn opgenomen voor aansprakelijkheid van de aannemer ( [gedaagde] ). De vervaltermijn eindigt op 3 januari 2025. [eiser] en [eiseres] zijn daarom bij dagvaarding van 31 december 2024 tegen [gedaagde] deze rechtszaak gestart.

4.Het geschil

4.1.
[eiser] en [eiseres] vorderen na wijziging van hun eis – samengevat – dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. een deskundigenbericht gelast teneinde een deskundige te laten onderzoeken en vaststellen welke onderdelen van de fundering dienen te worden hersteld, en op welke wijze;
II. [gedaagde] veroordeelt tot herstel van de fundering conform het deskundigenbericht binnen zes maanden na het deskundigenbericht,
III. [gedaagde] veroordeelt in de kosten van het deskundigenbericht,
IV. [gedaagde] veroordeelt tot betaling van € 4.648,-,
V. [gedaagde] veroordeelt in de proceskosten en de wettelijke rente daarover.
4.2.
[gedaagde] voert verweer. [gedaagde] concludeert tot afwijzing van de vorderingen van [eiser] en [eiseres] , met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eiser] en [eiseres] in de kosten van deze procedure.
4.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

De spoorwissel
5.1.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft de rechtbank aan [eiser] en [eiseres] gevraagd hoe vordering I moet worden begrepen. [eiser] en [eiseres] hebben verklaard dat zij met de vordering onder I een voorlopig deskundigenbericht wensen.
5.2.
Op grond van artikel 202 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv) zoals dat voor 1 januari 2025 gold, kan de rechter tijdens een al aanhangig geding op verzoek van een partij een voorlopig deskundigenbericht bevelen. Het verzoek moet door middel van een verzoekschrift worden gedaan. [eiser] en [eiseres] hebben het verzoek bij dagvaarding gedaan in de vorm van een vordering. Dat is dus niet mogelijk. De rechtbank zal daarom een zogeheten spoorwissel toepassen zoals bedoeld in artikel 69 Rv. Dit houdt in dat het verzoek in deze zaak wordt voortgezet volgens de regels die gelden voor de verzoekschriftprocedure.
5.3.
De rechtbank heeft de mondelinge behandeling geschorst en partijen de gelegenheid gegeven om hun standpunten hierop aan te passen. Van die gelegenheid hebben partijen vervolgens gebruik gemaakt. Het verzoek tot het bevelen van een voorlopig deskundigenbericht is tijdens de mondelinge behandeling behandeld zoals dat in een verzoekschriftprocedure gebeurt.
Het verdere verloop
5.4.
Vanwege de spoorwissel betreft het verzoek tot het houden van een voorlopig deskundigenbericht een andere zaak en het verzoek zal daarom verder onder zaaknummer / rekestnummer C/02/436788 / HA RK 25-147 worden behandeld. Er zal in die zaak een aparte beschikking volgen waarin de rechtbank op het verzoek tot het houden van een voorlopig deskundigenbericht beslist. Dat verzoek zal bij die beschikking worden toegewezen.
5.5.
De rechtbank zal deze zaak met zaaknummer C/02/430382 / HA ZA 25-5 aanhouden in afwachting van het voorlopig deskundigenbericht.
5.6.
Nadat de deskundige het schriftelijk rapport heeft opgesteld, zal er gelegenheid worden gegeven een conclusie na voorlopig deskundigenbericht in te dienen door [eiser] en [eiseres] . Hierna zal [gedaagde] in de gelegenheid worden gesteld een antwoordconclusie in te dienen. Tot slot zal vonnis worden gewezen.
De zaak zal vanwege het nog te houden voorlopig deskundigenbericht worden verwezen naar de parkeerrol van woensdag 1 april 2026.
5.7.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

6.De beslissing

De rechtbank
6.1.
beveelt dat het verzoek tot het houden van een voorlopig deskundigenbericht in de stand waarin deze zich bevindt, zal worden voortgezet volgens de regels die gelden voor de verzoekschriftprocedure onder zaaknummer / rekestnummer C/02/436788 / HA RK 25-147,
6.2.
verwijst de zaak naar de parkeerrol van woensdag 1 april 2026,
6.3.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. Goedegebuur en in het openbaar uitgesproken op 23 juli 2025.