Op 9 juli 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een (nadere) beschikking gegeven in een zaak betreffende de spoedmachtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarigen [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De kinderrechter heeft de Raad voor de Kinderbescherming Regio Zuidwest Nederland verzocht om de minderjarigen onder toezicht te stellen en een machtiging tot uithuisplaatsing te verlenen. De ouders van de minderjarigen zijn met het ouderlijk gezag belast, maar hebben een zware zorgindicatie en zijn niet in staat om zelfstandig voor de kinderen te zorgen. De kinderen zijn zeven weken te vroeg geboren en verblijven momenteel in een ziekenhuis. De Raad heeft zorgen geuit over de ontwikkeling van de kinderen en de opvoedvaardigheden van de ouders, die beiden begeleiding nodig hebben vanwege hun verstandelijke beperkingen en psychiatrische problematiek. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders niet in staat zijn om de zorg en opvoeding van de kinderen op zich te nemen en heeft besloten dat de kinderen tijdelijk bij de oma vaderszijde geplaatst moeten worden na hun ontslag uit het ziekenhuis. De kinderrechter heeft de verzoeken van de Raad toegewezen en de ouders de kans gegeven om te laten zien dat zij met professionele ondersteuning in staat zijn om voor de kinderen te zorgen. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad en kan worden aangevochten bij het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch.