Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Het verloop van de procedure
- betrokkene;
 - de advocaat van betrokkene via een telefonische verbinding;
 - de heer [naam 1] , verpleegkundige/casemanager;
 - mevrouw [naam 2] , verpleegkundige/casemanager.
 
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 juli 2025 een zorgmachtiging verleend voor betrokkene, geboren in 1975, op verzoek van de officier van justitie. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een autismespectrumstoornis, wat leidt tot ernstig nadeel voor haarzelf en anderen. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 30 juni 2025 bij de rechtbank werd ingediend. Tijdens de zitting op 15 juli 2025, die achter gesloten deuren plaatsvond, zijn betrokkene en haar advocaat gehoord, evenals twee verpleegkundigen/casemanagers. De officier van justitie was niet aanwezig.
Betrokkene heeft aangegeven dat zij niet verantwoordelijk is voor de conflicten met haar buren en dat zij geen verplichte zorg nodig heeft, hoewel zij wel hulp voor haar autismeklachten wenst. De verpleegkundigen/casemanagers steunen het verzoek tot zorgmachtiging, verwijzend naar het gedrag van betrokkene dat leidt tot overlast en gevaar voor anderen. De rechtbank concludeert dat er geen mogelijkheden zijn voor vrijwillige zorg en dat verplichte zorg noodzakelijk is. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor een periode van zes maanden, met specifieke maatregelen zoals het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 15 juli 2025, met een geldigheid tot 15 januari 2026.