ECLI:NL:RBZWB:2025:5027

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
15 juli 2025
Publicatiedatum
31 juli 2025
Zaaknummer
C/02/437177 / FA RK 25-3370
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Pulskens
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie voor betrokkene met psychische stoornis

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 juli 2025 een zorgmachtiging verleend voor betrokkene, geboren in 1975, op verzoek van de officier van justitie. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een autismespectrumstoornis, wat leidt tot ernstig nadeel voor haarzelf en anderen. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 30 juni 2025 bij de rechtbank werd ingediend. Tijdens de zitting op 15 juli 2025, die achter gesloten deuren plaatsvond, zijn betrokkene en haar advocaat gehoord, evenals twee verpleegkundigen/casemanagers. De officier van justitie was niet aanwezig.

Betrokkene heeft aangegeven dat zij niet verantwoordelijk is voor de conflicten met haar buren en dat zij geen verplichte zorg nodig heeft, hoewel zij wel hulp voor haar autismeklachten wenst. De verpleegkundigen/casemanagers steunen het verzoek tot zorgmachtiging, verwijzend naar het gedrag van betrokkene dat leidt tot overlast en gevaar voor anderen. De rechtbank concludeert dat er geen mogelijkheden zijn voor vrijwillige zorg en dat verplichte zorg noodzakelijk is. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor een periode van zes maanden, met specifieke maatregelen zoals het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 15 juli 2025, met een geldigheid tot 15 januari 2026.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/437177 / FA RK 25-3370
Datum uitspraak: 15 juli 2025
Beschikking zorgmachtiging
op het verzoek van de officier van justitie voor
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1975 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen betrokkene,
wonende in [plaats 1] ,
advocaat mr. B.H.J. van Rhijn te Doorn.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in de beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 30 juni 2025.
1.2.
De zitting met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 15 juli 2025 op [adres] , [plaats 2] .
Daarbij zijn gehoord:
  • betrokkene;
  • de advocaat van betrokkene via een telefonische verbinding;
  • de heer [naam 1] , verpleegkundige/casemanager;
  • mevrouw [naam 2] , verpleegkundige/casemanager.
1.3.
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Het verzoek

De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging, als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), te verlenen voor de duur van zes maanden voor de navolgende zorgvormen:
- het toedienen van vocht en voeding;
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik
van communicatiemiddelen.

3.De standpunten

3.1.
Betrokkene merkt op, druk pratend en anderen regelmatig onderbrekend, dat zij niet verantwoordelijk is of kan worden gehouden voor de conflicten die er tussen haar en haar buren en instanties zijn ontstaan. In dat verband benoemt zij dat er door haar buren tegen haar werd samengespannen en dat deze buren naar haar intimiderende en seksueel grensoverschrijdende opmerkingen hebben gemaakt. Ook is zij door een buurvrouw bedreigd en is zij door personen met fat bikes lastig gevallen. Zij wil wel hulp voor haar autismeklachten, maar verplichte zorg heeft zij niet nodig en al helemaal niet in de vorm van medicatie toediening. Daarom heeft zij zich tot het Bureau geneesheer-directeur en de klachtenfunctionaris gewend, waar zij echter geen gehoor kreeg. Dit heeft bij haar tot extra frustraties geleid. Zij zou daarom niets liever willen dan vanuit [plaats 1] terugverhuizen naar de regio [regio] , waar zij zich veel meer thuis voelt om daar vervolgens hulp voor zichzelf te gaan zoeken.
3.2.
De beide verpleegkundigen/casemanagers geven aan dat zij achter de verzochte zorgmachtiging kunnen staan. Zij wijzen in dat verband in de eerste plaats op de bevindingen van Bemoeizorg [plaats 3] en [plaats 4] , welke instantie de aanvraag voor een zorgmachtiging in gang heeft gezet. Deze instantie signaleerde dat betrokkene in haar appartementencomplex iedereen die er woont nauwlettend in de gaten houdt en zij van alle bewegingen van medebewoners een logboek heeft gemaakt. Bij betrokkene ontbreekt ziekte-inzicht. Zij is zich er niet van bewust dat zij met haar gedrag agressie van anderen over zich afroept. Ook belt zij veelvuldig met allerlei instellingen zoals het Crisis-meldpunt, secretariaat [ggz-instelling] , FACT, de politie, de woningbouwcorporatie, het maat-schappelijk werk en de gemeente. Deze gesprekken voert betrokkene op vijandige toon, in welk verband de term ‘telefoonterreur’ is gebruikt. Daarbij komt dat betrokkene recent in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht wegens uitoefening van geweld naar een buurman met behulp van een paraplu, waarbij deze buurman verwondingen heeft opgelopen. [ggz-instelling] FACT onderkent de psychische stoornis van betrokkene en het door haar gedrag veroorzaakt ernstig nadeel, zoals door Bemoeizorg beschreven. Ook kan zij achter de verzochte zorgmachtiging staan, nu betrokkene laat blijken niet bereid te zijn om vrijwillig mee te werken aan de noodzakelijk geachte ambulante zorg om haar te stabiliseren.
3.3.
De advocaat van betrokkene voert aan dat hij zijn cliënt kent als iemand die, ondanks de spreekwoordelijke rugzak die zij met zich meedraagt, gedurende zekere periodes relatief stabiel weet te functioneren. Er zijn echter ook episodes, zoals nu kennelijk het geval is, waarin zij snel met personen en instanties in conflict raakt. Verdere maatschappelijke teloorgang dreigt in zijn visie wanneer er in die situatie niet wordt ingegrepen door middel van het inzetten van ambulante GGZ zorg en ondersteuning. Hij stelt vast dat bij zijn cliënt er op dit moment geen draagvlak is om daaraan vrijwillig mee te werken. Met deze toelichting wenst hij zich ten aanzien van het voorliggend verzoek te refereren aan het oordeel van de rechtbank. Ten slotte spreekt hij de hoop uit dat, in het geval dat de rechtbank toewijzend op het verzoek beslist, betrokkene spoedig de juiste zorg zal krijgen die nodig is om voldoende te stabiliseren.

4.De beoordeling

4.1.
De rechtbank verleent de gevraagde zorgmachtiging. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
4.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling ter zitting blijkt naar het oordeel van de rechtbank dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van een autismespectrumstoornis.
4.3.
Daarnaast blijkt naar het oordeel van de rechtbank uit de stukken en de mondelinge behandeling dat het door haar stoornis veroorzaakt gedrag van betrokkene leidt tot het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstig nadeel in de vorm van:
- ernstige psychische schade;
- maatschappelijke teloorgang;
- het oproepen van agressie van een ander door het vertonen van hinderlijk gedrag;
- gevaar voor de algemene veiligheid van personen en goederen.
De inhoud van de medische verklaring en ook meer specifiek de informatie van Bemoeizorg [plaats 3] en [plaats 4] en de inhoud van de politie-mutaties strekken tot de overtuiging dat vanaf de periode mei-juni 2025 bij betrokkene sprake is van uit haar psychische stoornis voortkomend psychotisch overschrijdend gedrag. Dit gedrag doet zich voor in de vorm van het nauwlettend in de gaten houden van buurtbewoners en het mishandelen van een buurtbewoner. Daarnaast belt betrokkene veelvuldig met de politie, de gemeente, de woningcorporatie en maatschappelijke instanties, waarbij er door haar meldingen worden gedaan met betrekking tot hetzij overlast, hetzij klachten die zij wenst in te dienen. Betrokkene voert deze gesprekken op boze/vijandige toon.
4.4.
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen heeft betrokkene zorg nodig.
4.5.
Betrokkene heeft tijdens de mondelinge behandeling met stelligheid verklaard niet open te staan voor zorg. In haar opvatting heeft zij die niet nodig. Zij wil wel hulp voor haar autismeklachten, maar zij ziet geen andere mogelijkheid dan daarvoor terug te verhuizen naar de regio waar zij eerder heeft gewoond. Gelet daarop is de rechtbank van oordeel dat er geen mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis en verplichte zorg daarom nodig is.
4.6.
De rechtbank is op grond van het zorgplan, de medische verklaring, de visie van de geneesheer-directeur en de toelichting tijdens de zitting van oordeel dat in ieder geval de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn:
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen.
Gebleken is tenslotte dat voor andere vormen van verplichte zorg geen noodzaak bestaat, zodat andere dan de hiervóór genoemde vormen van verplichte zorg zullen worden afgewezen.
4.7.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.8.
De vormen van verplichte zorg die de rechtbank toewijst, zijn evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maat-schappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en haar omgeving.
4.9.
Met inachtneming van het voorgaande zal de rechtbank een zorgmachtiging verlenen voor een periode van zes maanden, als verzocht.

5.De beslissing

De rechtbank:
5.1.
verleent een zorgmachtiging voor:
[betrokkene] ,geboren op [geboortedag] 1975 in [geboorteplaats] ,
wat inhoudt dat de maatregelen die in rechtsoverweging 4.6 staan kunnen worden toegepast;
5.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 15 januari 2026;
5.3.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 15 juli 2025 door mr. Pulskens, rechter, in aanwezigheid van Baremans, griffier en op schrift gesteld op 22 juli 2025.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.