ECLI:NL:RBZWB:2025:5041
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening tegen last onder dwangsom door college van burgemeester en wethouders
In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker tegen het opleggen van een last onder dwangsom door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg. Het verzoek is ingediend vanwege activiteiten in de woning aan [adres] in [plaats]. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat verzoeker het verschuldigde griffierecht van € 194,- niet tijdig heeft betaald. De griffier had verzoeker in een aangetekende brief van 12 juni 2025 de gelegenheid gegeven om het griffierecht binnen twee weken te betalen. Uit informatie van PostNL bleek dat deze brief op 16 juni 2025 was afgehaald, maar verzoeker heeft het griffierecht niet op tijd voldaan en geen verontschuldiging voor dit verzuim gegeven. Hierdoor kon de voorzieningenrechter het verzoek niet inhoudelijk beoordelen en is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan op 31 juli 2025 en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.