In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedaan op 31 juli 2025, wordt het beroep van de erven van wijlen de heer [belanghebbende] beoordeeld. De zaak betreft de waardebepaling van een onroerende zaak, die door de heffingsambtenaar van de gemeente Sluis op 1 januari 2021 is vastgesteld op € 197.000. De erven hebben het beroep ingesteld na de ongegrondverklaring van hun bezwaar door de heffingsambtenaar op 7 februari 2023. De rechtbank heeft de zaak op 19 juni 2025 behandeld, waarbij de gemachtigde van de belanghebbenden en de heffingsambtenaar, vertegenwoordigd door mr. B de Smit, aanwezig waren. Tijdens de zitting is er een compromis bereikt, waarbij de waarde van de woning is verlaagd tot € 175.000. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, wat betekent dat de waardebeschikking en de bijbehorende aanslag OZB moeten worden aangepast. De heffingsambtenaar is verplicht het griffierecht van € 51 aan de belanghebbenden te vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden ingezien op rechtspraak.nl.