ECLI:NL:RBZWB:2025:5071

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
13 augustus 2025
Publicatiedatum
4 augustus 2025
Zaaknummer
10942910 CV EXPL 24-639
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Rouwen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis met bewijsopdracht in een civiele zaak over pakketverzending en schadevergoeding

In deze civiele zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gaat het om een geschil tussen DM Productions B.V. H.O.D.N. MyParcel (hierna: MyParcel) en een gedaagde partij over de betaling van openstaande facturen voor pakketverzenddiensten. De gedaagde heeft meerdere pakketten aangeboden bij MyParcel, maar weigert de facturen te betalen omdat hij stelt dat een groot aantal pakketten niet goed is bezorgd. De kantonrechter heeft in een tussenvonnis van 13 augustus 2025 vastgesteld dat er onvoldoende bewijs is om te concluderen of de gedaagde daadwerkelijk niet hoeft te betalen voor de openstaande facturen. De gedaagde krijgt de gelegenheid om aanvullende informatie te verstrekken over de bezorgstatus van de pakketten en de bijbehorende facturen. De kantonrechter benadrukt dat de gedaagde enkel verweer heeft gevoerd tegen de vordering van MyParcel en geen tegenvordering heeft ingesteld voor de schade die hij stelt te hebben geleden. De zaak is nog niet definitief beslist, en de kantonrechter heeft de gedaagde de mogelijkheid gegeven om te reageren op de openstaande vragen over de pakketcodes en de bijbehorende facturen. De beslissing over de verdere procedure is aangehouden, en de zaak zal opnieuw op de rol komen op 3 september 2025.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Breda
Zaaknummer: 10942910 \ CV EXPL 24-639
Vonnis van 13 augustus 2025
in de zaak van
DM PRODUCTIONS B.V. H.O.D.N. MYPARCEL,
te Hoofddorp,
eisende partij,
hierna te noemen: MyParcel,
gemachtigde: [gemachtigde] ,
tegen
[gedaagde],
te [plaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 8 mei 2024;
- de akte van MyParcel van 19 september 2024;
- de mondelinge behandeling van 9 januari 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt. [gedaagde] heeft op de zitting twee producties overgelegd;
- de akte van MyParcel van 12 februari 2025;
- de akte van [gedaagde] van 26 maart 2025;
- de aanvullende akte van [gedaagde] van 14 juli 2025.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Samenvatting

2.1.
[gedaagde] heeft meerdere postpakketten aangeboden bij MyParcel, om deze te laten bezorgen. [gedaagde] wil de openstaande facturen van MyParcel voor deze dienstverlening niet betalen omdat een groot aantal pakketten volgens hem niet goed is bezorgd. Beide partijen hebben in deze zaak overzichten overgelegd, waarop de (bezorg)status en de code van pakketten te zien zijn. De kantonrechter kan op basis van de in deze zaak overgelegde informatie (nog) niet beoordelen of er facturen zijn die [gedaagde] niet hoeft te betalen. [gedaagde] krijgt in deze zaak nog een laatste keer de gelegenheid om verdere informatie te geven. Hierna mag MyParcel daar nog een laatste keer op reageren. Dit betekent dat dit vonnis een tussenuitspraak is en nog geen einduitspraak.
2.2.
De kantonrechter legt dit oordeel hieronder verder uit.

3.De beoordeling

Inleiding
3.1.
Er staat in deze zaak vast dat [gedaagde] meerdere pakketten heeft aangeboden bij MyParcel om deze te laten bezorgen bij klanten van [gedaagde] . In beginsel moet [gedaagde] voor deze dienstverlening betalen aan MyParcel. De kantonrechter begrijpt dat [gedaagde] in deze zaak zegt dat hij de openstaande facturen niet hoeft te betalen, omdat hij schade heeft geleden doordat een groot aantal pakketten niet goed is bezorgd en dat hij deze schade wil verrekenen met de openstaande facturen.
3.2.
De kantonrechter overweegt daarbij als eerste dat [gedaagde] enkel verweer heeft gevoerd tegen de vordering van MyParcel om de openstaande facturen te betalen en dat hij geen tegenvordering heeft ingesteld voor de schade die volgens hem is geleden. De kantonrechter zal in deze zaak dan ook alleen maar beoordelen welke openstaande facturen [gedaagde] wel of niet moet betalen aan MyParcel en niet of MyParcel aan [gedaagde] moet betalen voor (eventuele) schade.
Zijn alle pakketten bezorgd?
3.3.
In dit geval is door MyParcel aangevoerd dat indien in het overzicht, dat door [gedaagde] is overgelegd, staat: “status aangeboden aan vervoerder”, dit betekent dat het pakket in ontvangst is genomen door de door MyParcell ingeschakelde vervoerder, maar dat het pakket vermist is. Zij voert daarbij aan dat zij extra informatie nodig heeft om een onderzoek te starten. De kantonrechter merkt op dat deze status bij meerdere pakketcodes op het overzicht van [gedaagde] staat. Ook is in dat overzicht te zien dat er verdere statussen staan, zoals “in sorteerproces” en “in distributie”. Hier staat dus geen status zoals “voltooid” of “ontvangen door klant” of iets dergelijks.
3.4.
Het staat in deze zaak namelijk vast dat pakketten de status “aangeboden aan vervoerder” niet goed bij de klant van [gedaagde] zijn terechtgekomen. MyParcel heeft in dit geval de goederen laten vervoeren via een door haar ingeschakelde (externe) vervoerder. Ook als een externe vervoerder de pakketten is kwijtgeraakt, komt dit naar het oordeel van de kantonrechter geval voor rekening en risico van MyParcel. [gedaagde] biedt namelijk haar pakketten aan bij MyParcel om deze te verzenden naar haar klanten. Wie MyParcel hier verder voor inschakelt is haar zaak en staat los van de overeenkomst tussen MyParcel en [gedaagde] . Er is in deze zaak ook niet gesteld dat partijen hierover andere afspraken hebben gemaakt. De kantonrechter oordeelt dan ook in deze zaak dat voor de pakketten die niet goed bij de klant van [gedaagde] zijn bezorgd, sprake is van een juridisch zogenoemde “wanprestatie”, die in aanmerking kan komen voor verrekening. De kantonrechter zegt daarbij wel bewust “kan” omdat om schade in verband met een wanprestatie te mogen verrekenen met de openstaande facturen, aan een aantal verdere (juridische) vereisten moet worden voldaan.
Slaagt het beroep op verrekening?
3.5.
De vraag of het beroep op verrekening slaagt, hangt in deze zaak af van de klachttermijn die partijen zijn overeengekomen. Voordat je enige schade mag verrekenen, moet in ieder geval eerst de wederpartij er van op de hoogte worden gesteld dat er iets mis is gegaan in de dienstverlening. Zo wordt de wederpartij in de gelegenheid gesteld om de (in dit geval) dienstverlening te kunnen herstellen. [gedaagde] heeft daarbij niet weersproken dat partijen in hun algemene voorwaarden een klachttermijn van 30 dagen zijn overeengekomen [1] .
3.6.
De kantonrechter oordeelt in deze zaak dan ook dat, voor zover het gaat om pakketten die niet goed door de klant van [gedaagde] zijn ontvangen en waarvoor [gedaagde] binnen 30 dagen heeft geklaagd bij MyParcel, [gedaagde] een beroep op verrekening met geleden schade kan doen. Daarbij zal de kantonrechter de schade per aangeboden, maar niet afgeleverd pakket vaststellen op de kosten van de verzending (en niet de waarde van de inhoud van het pakket). Voor die aangeboden pakketten hoeft [gedaagde] de door MyParcel opgestelde facturen dus niet te betalen., De kantonrechter gaat daarbij niet mee in het standpunt van MyParcel dat – na het (tijdig) klagen – verplicht aanvullende informatie moet worden gegeven en dat anders het recht op verrekening met schade komt te vervallen. MyParcel heeft in deze zaak niet gesteld, en het is de kantonrechter ook niet gebleken, dat partijen deze verplichting zijn overeengekomen.
3.7.
Het is in deze zaak echter voor de kantonrechter (nog) niet na te gaan ten aanzien van welke facturen binnen 30 dagen is geklaagd. De kantonrechter ziet namelijk alleen de code van de pakketten en kan, zonder verder informatie, niet nagaan over welk pakket dit gaat. De kantonrechter zal daarom hieronder onder 3.7.1, 3.7.2 en 3.7.3 de pakketcodes noemen die in de producties zijn genoemd en [gedaagde] nog een (laatste) keer de gelegenheid geven om over deze pakketcodes in een akte
per pakkette vertellen:
welke factuur (inclusief prijs) bij de pakketcode hoort en,
of er binnen 30 dagen door [gedaagde] over dat pakket is geklaagd.
De pakketcodes waar [gedaagde] over heeft geklaagd volgens de producties
3.7.1.
Productie 7a van MyParcel
[pakketcode 1]
[pakketcode 2]
[pakketcode 3]
[pakketcode 4]
[pakketcode 5]
[pakketcode 6]
[pakketcode 7]
[pakketcode 8]
[pakketcode 9]
[pakketcode 10]
3.7.2.
Productie 2 en 2a van [gedaagde] bij akte van 14 juli 2025
11. [pakketcode 11]
3.7.3.
Productie 5 en 5a van [gedaagde] bij akte van 14 juli 2025
12. 3 [pakketcode 12]
12. 3 [pakketcode 13]
12. 3 [pakketcode 14]
12. 3 [pakketcode 15]
12. 3 [pakketcode 16]
Vervolg van de zaak
3.8.
De kantonrechter zal de zaak voor de akte van [gedaagde] verwijzen naar de rol die hieronder wordt genoemd. MyParcel zal daarna de gelegenheid krijgen om in een akte te reageren, waarna de kantonrechter (in beginsel) een uitspraak zal doen. Zoals gezegd zal die uitspraak inhouden dat [gedaagde] niet hoeft te betalen voor de facturen voor de dienstverlening van MyParcel waarvan is komen vast te staan dat het pakket niet goed is ontvangen door de klant van [gedaagde] en [gedaagde] daarover binnen 30 dagen heeft geklaagd. Die uitspraak zal ook inhouden dat [gedaagde] de overige facturen, waarvoor dit niet is aangetoond, zal moeten betalen aan MyParcel.
3.9.
De kantonrechter merkt tot slot op dat een aantal van de hiervoor genoemde pakketcodes pas voor het eerst door [gedaagde] is genoemd in producties van zijn laatste akte. MyParcel heeft hierdoor nog niet kunnen reageren op deze informatie. Aangezien MyParcel nog mag reageren op de akte die [gedaagde] mag nemen en zij zich dus nog kan
uitlaten over deze nieuwe informatie, wordt naar het oordeel van de kantonrechter voldoende rekening gehouden met hoor en wederhoor. Er hoeft dus vooraf geen extra aanvullende gelegenheid te worden gegeven ten aanzien van deze producties.
3.10.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
woensdag 3 september 2025voor het nemen van een akte door [gedaagde] over wat is vermeld onder 3.7, waarna de wederpartij op de rol van vier weken daarna een antwoordakte kan nemen,
4.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. Rouwen en in het openbaar uitgesproken op 13 augustus 2025.

Voetnoten

1.Zie artikel 32 van de algemene voorwaarden.