ECLI:NL:RBZWB:2025:5139
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen uitspraak op bezwaar heffingsambtenaar niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van een belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Waalwijk, gedateerd 6 februari 2024. De heffingsambtenaar had de waarde van de onroerende zaak, gelegen op [adres], vastgesteld op € 460.000 per 1 januari 2022, wat leidde tot een aanslag in de onroerendezaakbelastingen voor het jaar 2023. De belanghebbende heeft bezwaar gemaakt, maar dit werd door de heffingsambtenaar ongegrond verklaard.
De rechtbank heeft het beroep op 31 juli 2025 behandeld. Tijdens de zitting waren de gemachtigde van de belanghebbende, [persoon 1], en de vertegenwoordigers van de heffingsambtenaar, mr. [persoon 2] en [persoon 3], aanwezig. De rechtbank heeft ambtshalve beoordeeld of het beroep ontvankelijk was. De termijn voor het indienen van het beroepschrift was verlopen; het beroepschrift was op 20 maart 2024 ontvangen, terwijl de termijn op 19 maart 2024 was verstreken. De rechtbank concludeert dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is, waardoor het beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard.
De rechtbank beslist dat de belanghebbende geen proceskostenvergoeding ontvangt en het griffierecht niet terugkrijgt. Deze uitspraak is gedaan door mr. I.M. Josten, rechter, en openbaar gemaakt op 31 juli 2025. Partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch.