Op 6 augustus 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres B.V. en het UWV. Eiseres heeft beroep ingesteld omdat het UWV niet tijdig heeft beslist op de aanvraag tot herbeoordeling van haar (ex-)werkneemster op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA). De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk gegrond is, aangezien het UWV de beslistermijn heeft overschreden. Eiseres heeft het UWV op 4 april 2025 in gebreke gesteld, waarna de termijn van twee weken is verstreken zonder dat er een besluit is genomen. De rechtbank heeft daarom bepaald dat het UWV alsnog binnen vier maanden na de uitspraak een besluit moet nemen. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op vergoeding van het griffierecht en proceskosten, die het UWV moet betalen. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak.