In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 28 juli 2025 een zorgmachtiging verleend voor betrokkene, geboren in 1981, op verzoek van de officier van justitie. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor de duur van twaalf maanden, tot en met 28 juli 2026. De beslissing is genomen na een zitting met gesloten deuren, waarbij betrokkene, zijn advocaat, hulpverleners en een arts in opleiding tot psychiater aanwezig waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, waaronder neurobiologische ontwikkelingsstoornissen en verslavingsstoornissen, en dat zijn gedrag leidt tot ernstig nadeel voor zichzelf en anderen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat verplichte zorg noodzakelijk is, omdat betrokkene niet bereid is om op vrijwillige basis de benodigde zorg te accepteren. De rechtbank heeft de verzoeken van de officier van justitie tot het toedienen van medicatie, het verrichten van medische controles, en het beperken van de bewegingsvrijheid toegewezen, terwijl andere verzoeken zijn afgewezen. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot cassatie.