ECLI:NL:RBZWB:2025:5211

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
31 juli 2025
Publicatiedatum
7 augustus 2025
Zaaknummer
C/02/437734 / FA RK 25-3655
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Phillips
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie voor een betrokkene met psychische stoornis en middelenverslaving

Op 31 juli 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een zorgmachtiging verleend op verzoek van de officier van justitie voor een betrokkene, geboren in 1996, die lijdt aan een schizofreniespectrumstoornis en middelenverslaving. De rechtbank heeft de zitting met gesloten deuren gehouden, waarbij de betrokkene, zijn advocaat, een psychiater en een maatschappelijk werker zijn gehoord. De officier van justitie was niet aanwezig tijdens de mondelinge behandeling. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene ernstig nadeel kan ondervinden door zijn psychische stoornis, wat leidt tot risico's voor zijn gezondheid en veiligheid. De rechtbank heeft de noodzaak van verplichte zorg onderbouwd met medische verklaringen en het zorgplan, en heeft besloten dat de betrokkene zorg nodig heeft die niet op vrijwillige basis kan worden verleend. De zorgmachtiging is verleend voor een periode van twaalf maanden, tot en met 31 juli 2026, en omvat onder andere het toedienen van medicatie, medische controles en het beperken van de bewegingsvrijheid. De rechtbank heeft andere verzoeken afgewezen, omdat deze niet noodzakelijk werden geacht. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door rechter mr. Phillips, en op schrift gesteld op 7 augustus 2025.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/437734 / FA RK 25-3655
Datum uitspraak: 31 juli 2025
Beschikking zorgmachtiging
op het verzoek van de officier van justitie voor
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1996 in [geboorteplaats],
hierna te noemen betrokkene,
wonende in [plaats 1],
verblijvende te [plaats 2], [accommodatie], [adres],
advocaat mr. A.W.M. van de Wouw te Galder.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in de beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 14 juli 2025.
1.2.
De zitting met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 31 juli 2025. Daarbij zijn gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
  • de heer [naam 1], psychiater via een telefonische verbinding;
  • mevrouw [naam 2], maatschappelijk werker verbonden aan het ambulante team;
  • de moeder van betrokkene.
1.3.
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord

2.Wat vaststaat

De rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, heeft een zorgmachtiging verleend tot en met 8 augustus 2025.

3.Het verzoek

De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen, als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), voor de duur van twaalf maanden voor de navolgende zorgvormen:
- het toedienen van vocht en voeding;
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.

4.De standpunten

4.1.
Betrokkene merkt op dat hij begrijpt dat hij nog steeds verplichte klinische Ggz zorg nodig heeft. In dat verband wijst hij erop dat hij wegens een psychische stoornis in combinatie met een middelenverslaving meermalen psychotisch ontregeld is geraakt en dit voor veel problemen heeft gezorgd. Met name de medicatie zorgt er voor, ondanks dat hij daarvan ook bijwerkingen ervaart, dat hij nu overwegend stabiel is. Hij wil graag dat dit zo blijft. Daarom kan hij achter de gevraagde zorgmachtiging staan.
4.2.
De behandelend psychiater brengt naar voren dat bij betrokkene sprake is van een schizofreniespectrumstoornis en middel gerelateerde en verslavingsstoornissen. Deze gecombineerde stoornis heeft bij betrokkene meerdere malen geleid tot gedrag waardoor ernstig nadeel werd veroorzaakt, waaronder dat betrokkene zichzelf ernstig verwaarloosde, zijn woning onbewoonbaar is verklaard, hij gestopt is met diverse studies en hij agressief was naar anderen. Naarmate er sprake is van middelengebruik zorgt dit er ook voor dat het toestandsbeeld van betrokkene verder verslechtert. Verplichte zorg acht hij daarom nog steeds noodzakelijk. Op dit moment ziet hij niet de noodzaak tot het verplicht (kunnen) toepassen van het toedienen van vocht en voeding, het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, insluiten, het uitoefenen van toezicht op betrokkene en het aanbrengen van beperkingen voor wat betreft het gebruik van communicatiemiddelen.
4.3.
De maatschappelijk werker verbonden aan het ambulante team sluit zich aan bij hetgeen door de behandelend psychiater naar voren is gebracht. In reactie op de vraag van de advocaat of er voor betrokkene al een passende woonplek is gevonden antwoordt zij dat daaraan wordt gewerkt en dat zij daaromtrent contact onderhoudt met de gemeente.
4.4.
De moeder van betrokkene merkt op dat zij achter het verzoek kan staan. Zij vindt het belangrijk dat het goed blijft gaan met haar zoon.
4.5.
De advocaat van betrokkene voert aan dat zij van haar cliënt heeft begrepen dat hij achter het verlenen van een zorgmachtiging kan staan, waar die ziet op de mondeling ter zitting besproken strikt noodzakelijke verplichte zorgvormen. Namens betrokkene stemt zij in met toewijzing van het verzoek om een zorgmachtiging te verlenen voor de verzochte duur.

5.De beoordeling

5.1.
De rechtbank verleent de gevraagde zorgmachtiging. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
5.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt naar het oordeel van de rechtbank dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen en middel gerelateerde en verslavingsstoornissen.
5.3.
Daarnaast blijkt naar het oordeel van de rechtbank uit de stukken en de mondelinge behandeling dat het door zijn stoornis veroorzaakt gedrag van betrokkene leidt tot het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstig nadeel in de vorm van:
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige psychische schade;
- ernstige materiële schade;
- ernstige immateriële schade;
- ernstige verwaarlozing;
- het oproepen van agressie van een ander door het vertonen van hinderlijk gedrag.
Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat bij betrokkene sprake is van psychotische kwetsbaarheid in combinatie met excessief middelengebruik. Daardoor kent hij momenten, waarbij sprake is van angst, achterdocht, desorganisatie, zelfverwaarlozing, sociaal-maatschappelijke teloorgang en agressie naar derden en materialen.
5.4.
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen heeft betrokkene zorg nodig.
5.5.
Bij betrokkene is sprake van beperkt ziekte inzicht, wat maakt dat hij zich niet altijd consequent open stelt voor de noodzakelijke behandeling, waaronder medicatie. Dit maakt dat er geen mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis en verplichte zorg nodig is. Betrokkene heeft dit ter zitting als zodanig bevestigd.
5.6.
De rechtbank is op grond van het zorgplan, de medische verklaring, het advies van de geneesheer-directeur en de toelichting tijdens de zitting van oordeel dat de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn:
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten;
  • opnemen in een accommodatie.
Gebleken is tenslotte dat voor andere vormen van verplichte zorg geen noodzaak bestaat, zodat andere dan de hiervóór genoemde vormen van verplichte zorg zullen worden afgewezen.
5.7.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
5.8.
De vormen van verplichte zorg die de rechtbank toewijst, zijn evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en zijn omgeving.
5.9.
Met inachtneming van het voorgaande zal de rechtbank een zorgmachtiging verlenen voor een periode van twaalf maanden, als verzocht.

6.De beslissing

De rechtbank:
6.1.
verleent een zorgmachtiging voor:
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1996 in [geboorteplaats],
wat inhoudt dat de maatregelen die in rechtsoverweging 5.6 staan kunnen worden toegepast;
6.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 31 juli 2026;
6.3.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 31 juli 2025 door mr. Phillips, rechter, in aanwezigheid van Baremans, griffier en op schrift gesteld op 7 augustus 2025.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.