Op 8 augustus 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan mishandeling van zijn psychiater, bedreiging van zowel zijn psychiater als zijn arts, en een poging tot aanranding van zijn arts. De verdachte, geboren in 1992 en gedetineerd in een Penitentiair Psychiatrisch Centrum, heeft op 10 maart 2025 in Bergen op Zoom de psychiater, die als ambtenaar in functie was, mishandeld door hem met kracht tegen het gezicht te stompen. Daarnaast heeft hij bedreigingen geuit richting zowel de psychiater als de arts, waarbij hij expliciet heeft gezegd dat hij hen zou doden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte volledig toerekeningsvatbaar is en heeft een gevangenisstraf van zes maanden opgelegd, met aftrek van voorarrest. De rechtbank heeft ook een zorgmachtiging verleend, gezien de psychische problemen van de verdachte en zijn eerdere gewelddadige gedrag. De officier van justitie had een gevangenisstraf van zes maanden geëist, rekening houdend met de toerekeningsvatbaarheid van de verdachte. De verdediging pleitte voor een lichtere straf, gezien de psychische problematiek van de verdachte, maar de rechtbank oordeelde dat de ernst van de feiten een onvoorwaardelijke gevangenisstraf rechtvaardigt. De rechtbank heeft ook de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijke straf afgewezen, omdat dit niet opportuun werd geacht in het licht van de zorgmachtiging en het mogelijke vertrek van de verdachte naar Syrië.