Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
wonende te [adres],
woonplaats kiezende ten kantore van mr. N.P. van Dijk,
1.De procedure
ex artikel 530 van het Wetboek van strafvordering(Sv) ten laste van de Staat voor een bedrag van:
- € 4.928,29 voor vergoeding van kosten rechtsbijstand;
- € 340,00 als forfaitaire vergoeding voor het opstellen en indienen van het verzoekschrift dan wel € 680,00 bij behandeling van het verzoekschrift in raadkamer;
- de kennisgeving sepot van 18 november 2024;
- de schriftelijke reactie van de officier van justitie;
- de overige stukken in het raadkamerdossier.
2.De beoordeling
geraadpleegdvoor andere dan functionele doeleinden (onder andere voor het opzoeken van gegevens van [naam 1]) en heeft dat gekwalificeerd als plichtsverzuim en heeft daarvoor een disciplinaire maatregel opgelegd (schriftelijke berisping). Over het
delenvan vertrouwelijke politie-informatie heeft de politiechef genoteerd dat hij verzoeker het voordeel van de twijfel gunt en hem ter zake geen plichtsverzuim zal verwijten. Hij merkt daarbij op dat verzoeker de twijfel over zijn uitlatingen (de rechtbank begrijpt: tegenover [naam 1]) niet volledig heeft kunnen wegnemen.