Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
wonende te [adres]
woonplaats kiezende ten kantore van mr. B.M.C.F. de Groen,
1.De procedure
- het klaagschrift op grond van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv), ingediend op 17 januari 2025 ter griffie van deze rechtbank;
- de kennisgeving van inbeslagneming op grond van artikel 94 Sv, waaruit blijkt dat op 29 december 2023 een Volkswagen Caddy, voorzien van het kenteken; [kenteken] onder klager in beslag is genomen;
- de reactie van de officier van justitie en
- de overige stukken uit het bijbehorende raadkamerdossier met voornoemd raadkamernummer.
first offenderen heeft een boete gekregen van € 420,00. Er is geen strafvorderlijk belang meer gediend bij de voortduring van de inbeslagname en klager vindt het hoogst onwaarschijnlijk dat de strafrechter, later oordelend, de verbeurdverklaring van dit voertuig zal bevelen. Redenen waarom klager de rechtbank verzoekt tot teruggave van dit voertuig aan klager.
2.De beoordeling
3.De beslissing
beroep in cassatieworden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden te 's-Gravenhage (artikel 552d lid 2 Wetboek van Strafvordering).