ECLI:NL:RBZWB:2025:5301

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
20 juni 2025
Publicatiedatum
8 augustus 2025
Zaaknummer
RK 25-001683
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing op klaagschrift ex artikel 552a Sv inzake inbeslagname van een spookvoertuig

Op 20 juni 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Breda uitspraak gedaan op een klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) dat was ingediend door een klager. De klager, geboren in 1992, had op 29 december 2023 een Volkswagen Caddy met een vals kenteken in beslag genomen gekregen. Ondanks herhaaldelijke verzoeken was het voertuig niet aan hem teruggegeven, omdat het Openbaar Ministerie het voertuig inmiddels had vervreemd. De klager stelde dat hij het voertuig zowel privé als zakelijk gebruikte en dat er geen strafvorderlijk belang meer was bij de inbeslagname. De officier van justitie daarentegen stelde dat het voertuig als een spookvoertuig werd beschouwd, omdat de registratie ervan was verlopen en dat de verbeurdverklaring van het voertuig een passende straf zou zijn. De rechtbank heeft de procedure in raadkamer gevoerd, waarbij de klager en zijn advocaat, mr. M. Kersemaekers-Schraven, aanwezig waren. De rechtbank oordeelde dat het niet hoogst onwaarschijnlijk was dat de strafrechter later tot verbeurdverklaring van het voertuig zou besluiten, en verklaarde het klaagschrift ongegrond. De beslissing werd genomen door mr. J.C.A.M. Los, in tegenwoordigheid van griffiers mr. M.H.F. van Klaveren en J. van ‘t Westende, en werd op dezelfde dag openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Locatie Breda
parketnummer: -
rk.nummer: 25-001683
Beslissing op het klaagschrift ex artikel 552a Sv van:
[klager]geboren op [geboortedag] 1992 te [geboorteplaats] ([land]),
wonende te [adres]
woonplaats kiezende ten kantore van mr. B.M.C.F. de Groen,
postbus 1878, 4801 BW Breda

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit de volgende stukken:
  • het klaagschrift op grond van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv), ingediend op 17 januari 2025 ter griffie van deze rechtbank;
  • de kennisgeving van inbeslagneming op grond van artikel 94 Sv, waaruit blijkt dat op 29 december 2023 een Volkswagen Caddy, voorzien van het kenteken; [kenteken] onder klager in beslag is genomen;
  • de reactie van de officier van justitie en
  • de overige stukken uit het bijbehorende raadkamerdossier met voornoemd raadkamernummer.
Op 3 juni 2025 heeft het onderzoek in raadkamer plaatsgevonden. Hierbij zijn de officier van justitie, klager en mr. M. Kersemaekers-Schraven als gemachtigd, waarnemend, advocaat van klager gehoord.
Namens klager wordt aangevoerd dat hij op 29 december 2023 is staandegehouden in Ulvenhout en dat er onder klager een Volkswagen Caddy met kenteken [kenteken] in beslag is genomen. Ondanks herhaaldelijke verzoeken is dit voertuig niet aan klager teruggegeven. Het voertuig zou inmiddels zijn vervreemd door het Openbaar Ministerie. Klager is de enige rechthebbende op het voertuig en heeft dit niet door enig strafbaar feit verkregen. Klager gebruikte dit voertuig zowel privé als zakelijk om zijn werkzaamheden te (kunnen) verrichten. Klager wordt ervan verdacht te hebben gereden met een vals kenteken. Hij is een
first offenderen heeft een boete gekregen van € 420,00. Er is geen strafvorderlijk belang meer gediend bij de voortduring van de inbeslagname en klager vindt het hoogst onwaarschijnlijk dat de strafrechter, later oordelend, de verbeurdverklaring van dit voertuig zal bevelen. Redenen waarom klager de rechtbank verzoekt tot teruggave van dit voertuig aan klager.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat er proces-verbaal is opgemaakt tegen klager wegens het rijden met een voertuig zonder geldig kenteken. De registratie van dit voertuig was verlopen per 15 december 2023. Er is aldus sprake van een onwenselijk spookvoertuig. Klager kon als rechthebbende over dit voertuig ongestoord gebruik maken van dit voertuig. De verbeurdverklaring van dit voertuig wordt door de officier van justitie als een bijkomende en passende straf gezien. Het is volgens de officier van justitie dan ook niet hoogst onwaarschijnlijk dat de strafrechter, later oordelend, tot een verbeurdverklaring van dit voertuig zal bevelen. Het klaagschrift dient ongegrond verklaard te worden.

2.De beoordeling

De raadkamer van de rechtbank is bevoegd tot afdoening van het klaagschrift.
Het klaagschrift is tijdig ingediend en klager is ontvankelijk in zijn beklag.
Bij de beoordeling stelt de rechtbank voorop dat het onderzoek in raadkamer een summier karakter heeft. Dat betekent dat van de rechter niet kan worden gevraagd ten gronde in de mogelijke uitkomst van een nog te voeren hoofdzaak of ontnemingsprocedure te treden.
De rechtbank overweegt over het klaagschrift tegen het strafvorderlijk beslag dat is gelegd op grond van artikel 94 Sv als volgt.
Volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad, moet de rechter, bij een op grond van artikel 94 Sv gelegd beslag:
a. beoordelen of het belang van strafvordering het voortduren van het beslag vordert, en zo nee,
b. de teruggave van het inbeslaggenomen voorwerp gelasten aan de beslagene, tenzij een ander redelijkerwijs als rechthebbende vandat voorwerp moet worden beschouwd.
In dit laatste geval moet het klaagschrift van de beslagene ongegrond worden verklaard.
Het beslag op de voorwerpen blijft gehandhaafd als er een strafvorderlijk belang is op grond van artikel 94 Sv. Dat is het geval wanneer:
- de desbetreffende voorwerpen kunnen dienen om de waarheid aan de dag te brengen of om wederrechtelijk verkregen voordeel aan te tonen en/of
- het niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, de verbeurdverklaring van het voorwerp zal bevelen en/of
- het niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, de onttrekking aan het verkeer van het voorwerp zal bevelen.
De rechtbank maakt uit het raadkamerdossier en het verhandelde in raadkamer op dat klager op 29 december 2023 in Ulvenhout naar aanleiding van een ANPR-hit is staandegehouden in zijn Volkswagen Caddy. Het voertuig betrof, kort gezegd, een spookvoertuig en had geen (enkele) registratie. Klager is hiervoor beboet middels een strafbeschikking en heeft de mogelijkheid gekregen het voertuig alsnog, binnen veertien dagen, op correcte wijze te registreren. Dit is niet gebeurd. De rechtbank heeft klager hierover in raadkamer bevraagd, maar het is de rechtbank niet duidelijk geworden waarom klager het desbetreffende voertuig niet alsnog correct heeft geregistreerd. Daarnaast heeft klager verzet ingesteld tegen de aan hem opgelegde strafbeschikking en zal klager gedagvaard gaan worden. Bij deze stand van zaken is de rechtbank van oordeel dat het niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, de verbeurdverklaring van dit voertuig zal bevelen.

3.De beslissing

De rechtbank verklaart het klaagschrift ongegrond.
Deze beslissing is op 20 juni 2025 genomen door mr. J.C.A.M. Los rechter, in tegenwoordigheid van mr. M.H.F. van Klaveren en J. van ‘t Westende, griffiers, en is uitgesproken op de openbare zitting van 20 juni 2025.
INFORMATIE RECHTSMIDDEL
Tegen deze beslissing kan door het Openbaar Ministerie binnen veertien dagen na dagtekening van deze beslissing en door de klager binnen veertien dagen na de betekening van deze beslissing
beroep in cassatieworden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden te 's-Gravenhage (artikel 552d lid 2 Wetboek van Strafvordering).