ECLI:NL:RBZWB:2025:5308

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
20 juni 2025
Publicatiedatum
8 augustus 2025
Zaaknummer
RK 25-004546
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toekenning van vergoeding ex artikel 530 Sv voor gemaakte kosten in klaagschriftprocedure

Op 20 juni 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beslissing genomen op een verzoekschrift ex artikel 530 van het Wetboek van Strafvordering (Sv). Het verzoekschrift was ingediend door een verzoeker die woonachtig is in Den Haag, vertegenwoordigd door mr. J. Biemond. De zaak betreft de toekenning van een vergoeding voor kosten die de verzoeker heeft gemaakt in verband met een klaagschriftprocedure. De verzoeker had op 24 december 2024 een verzoek ingediend voor een schadevergoeding ten laste van de Staat, na de teruggave van zijn in beslag genomen hond in november 2024. Tijdens de zitting op 27 mei 2025 was de officier van justitie aanwezig, maar de verzoeker en zijn advocaat waren niet verschenen. De officier van justitie steunde het verzoek van de verzoeker. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gemaakte kosten van rechtsbijstand en de forfaitaire kosten voor het indienen van het verzoekschrift voldoende onderbouwd waren. De rechtbank heeft het verzoek tot toekenning van een vergoeding van in totaal € 854,25 toegewezen, bestaande uit € 514,25 voor rechtsbijstand en € 340,00 voor de indiening van het verzoekschrift. De beslissing is openbaar gemaakt op dezelfde dag.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Locatie Breda
parketnummer: -
rk-nummers: 25-004546
Beslissing op het verzoek ex artikel 530 Sv van:
[verzoeker]wonende te [plaats],
woonplaats kiezende ten kantore van mr. J. Biemond, J. Ledelstraat 116, 2518 KM Den-Haag

1.De procedure

De procedure blijkt onder meer uit de volgende stukken:
 het op 24 december 2024 bij de griffie ingediende verzoekschrift dat strekt tot toekenning van een vergoeding
ex artikel 530 van het Wetboek van strafvordering(Sv) ten laste van de Staat voor een bedrag van:
  • € 514,25, voor vergoeding van kosten rechtsbijstand;
  • € 340,00 als forfaitaire vergoeding voor het opstellen en indienen van het verzoekschrift dan wel € 680,00 bij behandeling van het verzoekschrift in raadkamer;
  • de beslissing tot teruggave van de in beslag genomen hond van november 2024;
  • de schriftelijke reactie van de officier van justitie;
  • de overige stukken in het raadkamerdossier.
Op 27 mei 2025 heeft het onderzoek door de raadkamer plaatsgevonden. Hierbij is de officier van justitie gehoord.
Verzoeker en zijn advocaat zijn behoorlijk opgeroepen, maar niet bij de behandeling van het verzoek verschenen.
Namens verzoeker wordt aangevoerd dat de op 5 oktober 2024 in beslag genomen hond van verzoeker na indiening van voormeld klaagschrift omstreeks eind november 2024 aan verzoeker is teruggegeven. Verzoeker wenst vergoeding van de door hem in de klaagchriftprocedure gemaakte kosten van € 514,25, te vermeerderen met de standaard vergoeding voor het indienen, opstellen en behandelen van dit verzoekschrift in raadkamer. Verzoeker vraagt de rechtbank zijn verzoekschrift toe te wijzen.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het verzoek geheel toegewezen kan worden.

2.De beoordeling

De zaak is geëindigd door intrekking van het klaagschrift, nadat het in beslag genomen goed was teruggegeven.
Op grond van artikel 530 Sv wordt aan een gewezen verdachte een vergoeding toegekend van de reis- en verblijfskosten die voor het onderzoek en de behandeling van de zaak zijn gemaakt. Er kan ook een vergoeding worden toegekend voor de schade die hij ten gevolge van tijdverzuim door de vervolging en de behandeling van de zaak ter terechtzitting werkelijk heeft geleden. Tot slot kan ook een vergoeding voor de kosten van een raadsman worden toegekend, tenzij de raadsman was toegevoegd.
De Hoge Raad heeft op 16 juni 2020 [1] geoordeeld dat op grond van artikel 530 Sv ook vergoeding gevraagd kan worden van de rechtsbijstandskosten gemaakt in een klaagschriftprocedure. Volgens artikel 534, eerste en vierde lid, Sv wordt een schadevergoeding toegekend als, en voor zover, de rechtbank dat billijk vindt. De rechtbank houdt daarbij rekening met alle omstandigheden.
Het verzochte bedrag aan kosten van rechtsbijstand ter hoogte van
€ 514,25is in voldoende mate onderbouwd en komt de rechtbank billijk voor. De rechtbank zal dit bedrag toewijzen.
Voor de kosten verbonden aan de indiening van het verzoekschrift wordt het forfaitaire bedrag van
€ 340,00toegekend.

3. De beslissing

De rechtbank:
wijst het verzoek tot toekenning van een vergoeding ex artikel 530 Sv toe tot een bedrag van
€ 854,25, bestaande uit:
- € 514,25 aan kosten van rechtsbijstand en
- € 340,00 de kosten verbonden aan de indiening van het verzoekschrift;
bepaalt dat een bedrag van
€ 854,25zal worden overgemaakt op [rekeningnummer] ten name van Stichting Beheer Derdengelden J. Biemond - Den Haag, onder vermelding van “rk-nummer: 25-004546”.
Deze beslissing is op 20 juni 2025 genomen door mr. J.C.A.M. Los rechter, in tegenwoordigheid van mr. M.H.F. van Klaveren en J. van ‘t Westende, griffiers, en is uitgesproken op de openbare zitting van 20 juni 2025.
INFORMATIE RECHTSMIDDEL
Tegen de beslissing kan door het Openbaar Ministerie binnen veertien dagen na de dagtekening van de beslissing en door verzoeker binnen een maand na de betekening van deze beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch.