In deze civiele procedure, behandeld door de Kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, is LM ZORG B.V. uit Amsterdam de eisende partij. De zaak betreft een vordering tot betaling van € 1.331,25, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De gedaagde partij, die in persoon procedeert, heeft verweer gevoerd en concludeert tot afwijzing van de vordering. Tijdens de mondelinge behandeling op 2 juli 2025 is de gedaagde partij niet verschenen, ondanks een behoorlijke oproeping. De kantonrechter heeft de vordering en het verweer van de gedaagde besproken met de gemachtigde van LM. LM heeft tijdens de behandeling verschillende producties overgelegd, waaronder facturen en een e-mailbericht. De kantonrechter heeft besloten dat de gedaagde partij in de gelegenheid wordt gesteld om te reageren op de overgelegde stukken, met name in relatie tot zijn verweer over eerdere betalingen. De gedaagde heeft op 7 juli 2025 per e-mail zijn verweer kenbaar gemaakt, wat door de kantonrechter is toegelaten, ondanks dat dit verweer te laat is ingediend. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling en de kantonrechter heeft bepaald dat de zaak opnieuw op de rol zal komen voor het nemen van een akte door de gedaagde en LM.