ECLI:NL:RBZWB:2025:5343

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
20 augustus 2025
Publicatiedatum
11 augustus 2025
Zaaknummer
11464938 CV EXPL 24-4486
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Rouwen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van facturen en proceskosten door Simian B.V. tegen stichting

In deze civiele procedure vordert Simian B.V. betaling van twee facturen van in totaal € 198,65, vermeerderd met handelsrente en buitengerechtelijke incassokosten, van de stichting. De stichting heeft aanvankelijk de verschuldigdheid van de facturen betwist, maar erkent later de hoofdsom. Echter, zij voert verweer tegen de bijkomende kosten, stellende dat Simian B.V. onduidelijk is geweest over de opdracht en dat zij de aanmaningen niet heeft ontvangen. De kantonrechter oordeelt dat de stichting in het ongelijk is gesteld, omdat zij onvoldoende heeft gedaan om de feiten te verifiëren en de vordering van Simian B.V. terecht is. De kantonrechter wijst de hoofdsom, de wettelijke handelsrente en de buitengerechtelijke kosten toe. Tevens wordt de stichting veroordeeld in de proceskosten, die op € 455,22 worden begroot. Het vonnis is uitgesproken op 20 augustus 2025.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Breda
Zaaknummer: 11464938 \ CV EXPL 24-4486
Vonnis van 20 augustus 2025
in de zaak van
SIMIAN B.V.,
te Westerbroek,
eisende partij,
hierna te noemen: Simian B.V.,
gemachtigde: LAVG Groningen,
tegen
[stichting],
te [plaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: de stichting,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Simian B.V. heeft in opdracht van de stichting 6000 posters/flyers gedrukt en daarvoor twee facturen verzonden van respectievelijk € 140,07 en € 58,58. de stichting heeft aanvankelijk verschuldigdheid van de facturen betwist omdat zij stelde niet te weten over welke opdracht het ging en van wie die opdracht was uitgegaan. Nadat zij in deze procedure over bepaalde stukken is komen te beschikken, heeft zij erkend de facturen te moeten betalen. Vanwege de onduidelijke gang van zaken voert zij verweer tegen de gemaakte proceskosten en doet zij het verzoek de helft daarvan voor rekening van Simian B.V. te brengen.

3.Het geschil

3.1.
Simian B.V. vordert - samengevat - betaling van een tweetal facturen ad € 198,65, vermeerderd met de verschenen handelsrente van € 30,17 en buitengerechtelijke incassokosten van € 40,00 en aldus in totaal € 268,82.
3.2.
Simian B.V. legt aan de vordering het volgende ten grondslag. Er zijn 6000 posters/flyers geleverd in opdracht van de stichting. Simian B.V. heeft de facturen verzonden aan het adres van de stichting en dat geldt ook voor een drietal aanmaningen. De stichting heeft daarop niet gereageerd en betaling bleef uit. Simian B.V. wijst er op dat de stichting geen consument is en daarom na de vervaldatum van de facturen in verzuim is komen te verkeren en daarom wettelijke handelsrente verschuldigd is. Ook is de stichting buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd vanwege het uitblijven van de betaling.
3.3.
De stichting voert verweer. De stichting erkent de betalingsverplichting voor wat betreft de hoofdsom, maar voert verweer ten aanzien van de bijkomende kosten die naar haar stelling onnodig zijn gemaakt. Zo heeft Simian B.V. niet in het begin van de procedure kenbaar gemaakt over welke posters/flyers het precies ging en heeft zij gebruik gemaakt van naamaanduidingen die de stichting in haar zakelijke correspondentie nooit gebruikt. Simian B.V. heeft ook niet duidelijk gemaakt welke natuurlijke persoon opdracht tot het drukken van de posters/flyers heeft gegeven. De aanmaningen die als productie 5 bij dagvaarding zijn overgelegd, heeft de stichting nooit ontvangen.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Omdat de stichting de vordering in hoofdsom heeft erkend, ligt een bedrag van € 198,65 in hoofdsom voor toewijzing gereed. Het verweer dat Simian B.V. onduidelijk is geweest bij de onderbouwing van de vordering, volgt de kantonrechter niet. De kantonrechter maakt uit het verweer van de stichting op dat met veel vrijwilligers wordt gewerkt en dat zij niet kan achterhalen wie het drukwerk nu besteld en ontvangen heeft. Naar het oordeel van de kantonrechter lag het echter op de weg van de stichting goed na te gaan welke activiteiten zij heeft ontplooid en of daar 6000 posters/flyers voor zijn gebruikt. Uit het overgelegde voorbeeld van de gedrukte poster/flyer is af te leiden dat het een bijeenkomst betreft van de stichting zoals deze in eerdere jaren vergelijkbaar zijn gehouden. De stichting staat ook genoemd op de poster/flyer. De facturen en de aanmaningen zijn alle verstuurd naar het huisadres van de bestuurders van de stichting. Ten slotte blijkt uit door Simian B.V. overgelegde prints dat de stichting en haar bestuurders betrokken zijn bij de bijeenkomst zoals aangekondigd op de door Simian B.V. gedrukte poster/flyer. Dit alles maakt het naar het oordeel van de kantonrechter voor de stichting eenvoudig om na te gaan waar het om ging. Bij vragen daarover had de stichting voorafgaande aan de eerste roldatum al contact kunnen opnemen met Simian B.V.om daar verdere informatie te krijgen en zo een procedure kunnen voorkomen. Daarentegen heeft de stichting er voor gekozen om elke betrokkenheid bij de opdracht af te wijzen. Opmerkelijk daarbij is dat de stichting de naam “ [naam] ” haar als vaag en onbekend voor kwam. “ [naam] ” “ stond ook in de aanhef en adressering van de facturen. Uit de informatie van Simian B.V. moet worden afgeleid dat “ [naam] ” de roepnaam is van één van de bestuurders van de stichting. Ook dit had voor de stichting aanleiding moeten zijn nader in de eigen organisatie na te gaan wat de achtergrond is van de bestelling, in plaats van een ontkenning. Het voorgaande betekent dat Simian B.V. terecht de stichting in een gerechtelijke procedure heeft betrokken en de kosten, omdat ze in het ongelijk is gesteld, moet betalen. De wettelijke handelsrente wordt, als niet betwist en berustend op de wet, toegewezen.
4.2.
Simian B.V. vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De vordering moet worden beoordeeld op grond van artikel 6:96 BW en het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. Aan de wettelijke eisen voor een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is voldaan. Daarom zal een bedrag van € 40,00 worden toegewezen.
4.3.
Uit het voorgaande volgt dat in totaal het volgende bedrag wordt toegewezen:
- hoofdsom € 198,65
- wettelijke handelsrente tot 4 november
2024
€ 30,17
Totaal € 228,852
4.4.
De stichting is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Simian B.V. worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
115,22
- griffierecht
135,00
- salaris gemachtigde
164,00
(2 punten × € 82,00)
- nakosten
41,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
455,22

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt de stichting om aan Simian B.V. te betalen een bedrag van € 228,82, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW over een bedrag van € 198,65, met ingang van 4 november 2024, tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt de stichting om aan Simian B.V. te betalen een bedrag van € 40,00 aan buitengerechtelijke kosten,
5.3.
veroordeelt de stichting in de proceskosten van € 455,22, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als de stichting niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Rouwen en in het openbaar uitgesproken op 20 augustus 2025.