Op 1 juli 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beslissing genomen in een zaak betreffende de minderjarige [minderjarige], geboren op [geboortedag] 2009. De kinderrechter heeft een machtiging verleend voor de uithuisplaatsing van [minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp, met ingang van 1 juli 2025 tot 1 oktober 2025. Deze beslissing volgt op een eerder verleende spoedmachtiging op 20 juni 2025, die gold tot 4 juli 2025. De zaak is behandeld in een zitting met gesloten deuren, waarbij de minderjarige, haar advocaat, de moeder en vertegenwoordigers van de gecertificeerde instelling (GI) en de Raad voor de Kinderbescherming aanwezig waren.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige veel heeft meegemaakt en dat haar veiligheid en ontwikkeling in het geding zijn. De GI heeft verzocht om een spoedmachtiging voor een periode van vier weken en aansluitend een reguliere machtiging voor drie maanden. De kinderrechter heeft de zorgen van de GI over de onveilige situatie van de minderjarige en de noodzaak van een gesloten plaatsing erkend. De kinderrechter benadrukt het belang van betrokkenheid van de minderjarige in het proces en het maken van keuzes over haar toekomst.
De kinderrechter heeft de beslissing genomen op basis van de Jeugdwet, waarbij is vastgesteld dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om de opgroei- en opvoedingsproblemen van de minderjarige te behandelen. De kinderrechter heeft ook aangegeven dat het van groot belang is dat de minderjarige kan starten met haar gewenste opleiding MBO2 dierenverzorging, en dat er actief naar een passende en bestendige plek voor haar moet worden gezocht.