Uitspraak
William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering, gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: de GI.
de Raad voor de Kinderbescherming, regio Zuidwest Nederland, locatie Middelburg (hierna: de Raad).
2.De feiten
3.De verzoeken
primair: vaststelling van een regeling inzake de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken tussen de vrouw en [minderjarige 1] waarbij de vrouw gerechtigd is tot omgang iedere woensdag van 10.00 uur tot 17.00 uur onder begeleiding van het CJG, dan wel onder begeleiding van een derde, onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat de vrouw daadwerkelijk tijdens de omgang aanwezig zal zijn, dan wel een zorgregeling tussen de vrouw en [minderjarige 1] vast te stellen en onder de voorwaarden die de rechtbank zal bepalen,
- de voormalig echtelijke woning, te [adres ] voor een waarde van € 279.000,= dan wel een door de rechtbank in goede justitie te bepalen waarde;
- de schuld uit hoofde van de hypothecaire geldlening, op naam van beide partijen, aangegaan bij de ABN AMRO Bank en geregistreerd onder nrs. [rekeningnummer 1] en [rekeningnummer 2] voor een totaalbedrag van € 224.741,=;
- de inboedelgoederen welke de man reeds onder zich heeft;
- de schulden aan de Belastingdienst voor een bedrag van € 33.763,=;
- de schuld aan [bedrijf 1] B.V. ad € 6.856,=.
- de inboedelgoederen welke de vrouw reeds onder zich heeft;
- een bedrag van € 6.820,= uit hoofde van de onderbedelingsvordering te ontvangen gelijktijdig met de overdracht van het onverdeelde aandeel van de vrouw in de voormalig echtelijke woning aan de man,
- de inboedelgoederen die zij reeds onder zich heeft, aangevuld met de lijst als opgenomen onder productie 2 bij haar verweerschrift tevens houdende zelfstandig verzoek;
- een bedrag van in totaal € 17.248,= uit hoofde van de onderbedelingsvordering en de inruilwaarde van de auto, te ontvangen gelijktijdig met de overdracht van het onverdeelde aandeel van de vrouw in de voormalige echtelijke woning aan de man;
- de voormalig echtelijke woning, te [adres ] voor een waarde van € 279.000,= dan wel een door de rechtbank in goede justitie te bepalen waarde;
- de schuld uit hoofde van de hypothecaire geldlening, op naam van beide partijen, aangegaan bij de ABN AMRO Bank en geregistreerd onder nrs. [rekeningnummer 1] en [rekeningnummer 2] voor een totaalbedrag van € 224.741,=;
- de schulden aan de Belastingdienst voor een bedrag van € 33.763,=;
- de schuld aan [bedrijf 1] B.V. ad € 6.856,=;
4.De beoordeling
definitieve zorgregelingaanhouden. Zulks teneinde dit verzoek gelijktijdig te behandelen met het resterende deel van het verzoek tot verlenging van de machtiging uithuisplaatsing van [minderjarige 1] in een pleeggezin. Laatstgenoemd verzoek (in de zaak C/02/430915 / JE RK 25-93) is, gelet op de beschikking in die zaak van 24 februari jl. aangehouden tot een nader bepalen datum voor 8 september 2025. Daarop gelet zal onderhavig verzoek worden aangehouden en verwezen naar de (nog te plannen) zitting in de zaak met kenmerk C/02/430915 / JE RK 25-93. De GI wordt verzocht ruim tijdig voorafgaand aan die zitting te berichten omtrent het verloop en de resultaten van de bezoekcontacten tussen [minderjarige 1] en partijen.
5.De beslissing
voorlopiggerechtigd zijn tot het hebben van contact met elkaar, zoals overwogen in overweging 4.17.4 tot en met 4.17.6.;
voorlopiggerechtigd zijn tot het hebben van contact met elkaar, zoals overwogen in overweging 4.17.4. tot en met 4.17.6.;
definitievezorgregeling, om reden als genoemd onder overweging 4.17. aan en verwijst de zaak naar de (nog te plannen) zitting in de zaak met kenmerk C/02/430915 / JE RK 25-93, teneinde dit verzoek gelijktijdig met het resterende deel van het verzoek tot machtiging uithuisplaatsing van [minderjarige 1] te behandelen. De GI wordt verzocht ruim tijdig voorafgaand aan die zitting te berichten omtrent het verloop en de resultaten van de bezoekcontacten tussen [minderjarige 1] en partijen;
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.