ECLI:NL:RBZWB:2025:5388

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
6 augustus 2025
Publicatiedatum
12 augustus 2025
Zaaknummer
11308380 \ CV EXPL 24-3161 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • Kool
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Buitengerechtelijke ontbinding van koopovereenkomst van tweedehands auto na gebrek aan versnellingsbak binnen een jaar

In deze zaak heeft eiseres, een consument, op 7 januari 2023 een tweedehands Volvo XC90 gekocht van gedaagde voor € 8.250,-. Na acht maanden, medio oktober 2023, ondervond eiseres problemen met de automatische versnellingsbak en heeft zij dit op 13 oktober 2023 aan gedaagde gemeld. Gedaagde heeft enige aansprakelijkheid afgewezen. Eiseres heeft vervolgens op 10 november 2023 een ingebrekestelling gestuurd, maar gedaagde heeft geen herstel uitgevoerd. Eiseres heeft de auto per 29 januari 2024 laten schorsen en op 5 juli 2024 de koopovereenkomst buitengerechtelijk ontbonden.

Eiseres vordert in deze procedure een verklaring voor recht dat de koopovereenkomst buitengerechtelijk is ontbonden, alsook terugbetaling van de koopsom en bijkomende kosten. Gedaagde betwist dat de versnellingsbak bij levering defect was en stelt dat eiseres de auto zonder garantie heeft gekocht. De kantonrechter oordeelt dat de versnellingsbak binnen een jaar na aankoop defect is geraakt, en dat gedaagde niet heeft aangetoond dat het gebrek niet bij de levering aanwezig was. Hierdoor is de koopovereenkomst terecht buitengerechtelijk ontbonden.

De kantonrechter wijst de vorderingen van eiseres toe, inclusief de terugbetaling van de koopsom en bijkomende kosten, en veroordeelt gedaagde tot het verschaffen van een vrijwaringsbewijs van de auto. Gedaagde wordt ook veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op 6 augustus 2025.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Middelburg
Zaaknummer: 11308380 \ CV EXPL 24-3161
Vonnis van 6 augustus 2025
in de zaak van
[eiseres],
te [plaats 1] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiseres] ,
gemachtigde: mr. S. Yadegari,
tegen
DE VENNOOTSCHAP ONDER FIRMA [gedaagde],
te [plaats 2] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
gemachtigde: mr. J.J. Blaak-Looij.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 11 december 2024 met de daarin genoemde stukken,
- de mondelinge behandeling van 15 mei 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiseres] heeft als consument op 7 januari 2023 van [gedaagde] een Volvo XC90 met [kenteken] (hierna: de auto) gekocht voor € 8.250,-. De auto had bij aankoop een stand van 267.179 km.
2.2.
Medio oktober 2023 ondervond [eiseres] problemen met de automatische versnellingsbak. [eiseres] heeft de klachten via Whatsapp op 13 oktober 2023 aan [gedaagde] kenbaar gemaakt. [gedaagde] heeft via Whatsapp op 20 oktober 2023 enige aansprakelijkheid van de hand gewezen.
2.3.
[eiseres] heeft op 10 november 2023 een ingebrekestelling aan [gedaagde] gezonden. [gedaagde] is niet tot herstel overgegaan.
2.4.
[eiseres] heeft de auto per 29 januari 2024 laten schorsen.
2.5.
[eiseres] heeft met de brief van 5 juli 2024 de koopovereenkomst buitengerechtelijk ontbonden met terugvordering van de koopsom.

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert (samengevat en na vermindering van eis ter zitting):
- primair een verklaring voor recht dat de koopovereenkomst buitengerechtelijk is ontbonden,
- subsidiair dat de koopovereenkomst wordt ontbonden,
- meer subsidiair [gedaagde] te veroordelen tot kosteloos herstel van de auto,
- primair, subsidiair en meer subsidiair veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 8.250,00 aan koopsom, € 2.426,35 aan kosten, motorrijtuigenbelasting en verzekeringspremies, buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke (handels)rente en dat [gedaagde] wordt veroordeeld tot het onmiddellijk vrijwaren van de auto op straffe van een dwangsom zolang [gedaagde] aan [eiseres] geen vrijwaringsbewijs verschaft, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
3.2.
[eiseres] legt – kort gezegd – het volgende aan de vorderingen ten grondslag. De auto beantwoordt niet aan de overeenkomst. De versnellingsbak van de auto is binnen een jaar na aankoop kapot gegaan. [eiseres] hoefde dit niet te verwachten, gelet op de leeftijd, kilometerstand en koopprijs van de auto. Het gebrek was bij de levering al aanwezig. Het gebrek was niet op eenvoudige wijze vast te stellen.
3.3.
[gedaagde] voert het volgende verweer. De versnellingsbak was niet kapot bij levering van de auto. [eiseres] heeft geruime tijd met de auto kunnen rijden en heeft zo’n 10.000 kilometers met de auto kunnen rijden. De auto is na de aankoop tweemaal (goed)gekeurd en dus geschikt voor normaal gebruik. Het gebrek is pas na aankoop ontstaan. [eiseres] had gelet op de leeftijd, kilometerstand en koopprijs van de auto bedacht moeten zijn op mankementen aan slijtageonderdelen, zoals een versnellingsbak. [eiseres] heeft niet aangetoond wat de oorzaak is van het gebrek. [eiseres] heeft de auto zonder garantie gekocht.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Bij een consumentenkoop wordt vermoed dat de auto bij aflevering niet aan de overeenkomst beantwoordt, indien de afwijking van hetgeen is overeengekomen zich binnen één jaar na aflevering openbaart, tenzij de verkoper anders aantoont of de aard van de zaak of de aard van de afwijking zich daartegen verzet.
4.2.
Niet in geschil is dat de versnellingsbak van de auto binnen een jaar na aankoop kapot is gegaan. Anders dan door [gedaagde] aangevoerd, hoeft [eiseres] niet aan te tonen wat de oorzaak is van het kapotgaan van de versnellingsbak. Het ligt juist op de weg van [gedaagde] om aan te tonen dat de auto op het moment van levering aan de overeenkomst beantwoordde. Hoewel op zich juist is dat [eiseres] ongeveer acht maanden met de auto heeft kunnen rijden, is dat geen bewijs dat de versnellingsbak bij aankoop deugdelijk was. Dat dit gebrek niet bij de keuringen aan het licht is gekomen, is gelet op de conclusie van [naam] op haar formulier van 25 januari 2024 ook niet vreemd: daarvoor dient de versnellingsbak te worden gedemonteerd. Nu het een gebrek is dat niet op eenvoudige wijze vast te stellen is en [gedaagde] niet heeft bewezen dat het gebrek niet al bij de aankoop aanwezig was, oordeelt de kantonrechter dat de auto niet aan de overeenkomst beantwoordt.
4.3.
[eiseres] heeft [gedaagde] in de gelegenheid gesteld om tot herstel van het gebrek over te gaan. Omdat [gedaagde] niet binnen redelijke termijn de auto heeft hersteld, was [eiseres] bevoegd om de koopovereenkomst buitengerechtelijk te ontbinden. Dat houdt in dat de gevorderde verklaring voor recht toewijsbaar is en dat [gedaagde] verplicht is om de koopsom van € 8.250,- aan [eiseres] terug te betalen.
4.4.
De gemaakte onderhoudskosten van in totaal € 570,85 voor het vervangen van de remschijven en voor een remblokkenset zijn niet toewijsbaar. Deze kosten staan immers los van het gebrek aan de versnellingsbak. Datzelfde geldt voor de motorrijtuigenbelasting en verzekeringspremies voor de periode waarin [eiseres] de auto wél heeft kunnen gebruiken.
4.5.
Wel toewijsbaar zijn de motorrijtuigenbelasting en de verzekeringspremies vanaf het moment dat [eiseres] de auto niet meer heeft kunnen gebruiken tot het moment dat zij de auto heeft laten schorsen. [eiseres] heeft vanaf medio oktober 2023 de auto niet meer kunnen gebruiken en heeft de auto per 29 januari 2024 laten schorsen. Dat houdt in dat de motorrijtuigenbelasting en de verzekeringspremies over 3,5 maand toewijsbaar zijn, wat neerkomt op een bedrag van (€ 118,35 + € 33,85) x 3,5 = € 532,70. De kosten voor het schorsen van € 29,10 zijn eveneens toewijsbaar, omdat de schorsing het gevolg is van de kapotte versnellingsbak.
4.6.
[eiseres] vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De vordering moet worden beoordeeld op grond van artikel 6:96 BW en het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit). Aan de wettelijke eisen voor een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is voldaan. Aangezien [gedaagde] steeds alleen is aangemaand tot terugbetaling van de koopsom en niet voor de bijkomende kosten, wordt de hoogte van de vergoeding alleen berekend over de koopsom. Dat komt neer op een bedrag van € 787,50. Omdat [eiseres] geen ondernemer is, wordt de vergoeding verhoogd met btw. Daarom zal een bedrag van € 952,88 worden toegewezen.
4.7.
[eiseres] vordert betaling van wettelijke (handels)rente. Vaststaat dat sprake is van consumentenkoop. Er is dan ook geen sprake van een handelsovereenkomst in de zin van artikel 6:119a BW, zodat de gevorderde handelsrente niet toewijsbaar is. In plaats daarvan zal de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW worden toegewezen.
4.8.
[gedaagde] is op 5 juli 2024 aangemaand tot terugbetaling van de koopsom, waardoor zij pas op 19 juli 2024 in verzuim is komen te verkeren. De wettelijke rente over de koopsom zal daarom vanaf die datum worden toegewezen. De gevorderde rente over de bijkomende kosten kan slechts worden toegewezen met ingang van de datum van dagvaarding. Er is namelijk niet toegelicht vanaf welke datum [gedaagde] in verzuim verkeert met de betaling van de bijkomende kosten.
4.9.
Omdat de koopovereenkomst is ontbonden, moet de auto terug naar [gedaagde] . Om [gedaagde] in de gelegenheid te stellen om de tenaamstelling van de auto te wijzigen, zal [gedaagde] worden veroordeeld om (in plaats van onmiddellijk) binnen 14 dagen na betekening van het vonnis [eiseres] een vrijwaringsbewijs van de auto te verschaffen, op straffe van een dwangsom van € 100,- per dag met een maximum van € 10.000,-.
4.10.
[gedaagde] is grotendeels in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [eiseres] worden vastgesteld op:
- kosten van de dagvaarding
139,30
- griffierecht
248,00
- salaris gemachtigde
678,00
(2 punten × € 339,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.200,30

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
verklaart voor recht dat de tussen partijen gesloten koopovereenkomst op 5 juli 2024 rechtsgeldig buitengerechtelijk is ontbonden,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiseres] te betalen een bedrag van € 9.764,68, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het bedrag van € 8.250,00 (aan koopsom) met ingang van 19 juli 2024 en over het bedrag van € 561,80 (aan motorrijtuigenbelasting, verzekeringspremies en kosten schorsing) met ingang van 9 september 2024, telkens tot de dag van volledige betaling,
5.3.
veroordeelt [gedaagde] tot het verschaffen van een vrijwaringsbewijs van de auto aan [eiseres] , op straffe van een dwangsom van € 100,- per dag met een maximum van € 10.000,- voor iedere dag dat [gedaagde] niet aan deze veroordeling voldoet,
5.4.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, waarbij de proceskosten van [eiseres] zijn vastgesteld op € 1.200,30, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.5.
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad,
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Kool, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 6 augustus 2025.