In deze zaak heeft de kinderrechter op 17 juli 2025 een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2017. De kinderrechter heeft de verzoeken van de gecertificeerde instelling (GI) om de machtiging te verlengen voor de duur van de ondertoezichtstelling toegewezen, maar met een ander doel dan verzocht. De kinderrechter heeft geoordeeld dat het in het belang van de minderjarige is dat hij zo snel mogelijk teruggaat naar zijn grootouders, bij wie hij het merendeel van zijn leven heeft gewoond. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige bij de grootouders stabiliteit en zorg heeft ervaren, terwijl zijn huidige verblijf bij een jeugdhulpaanbieder niet in zijn belang is gebleken. De kinderrechter heeft de GI de opdracht gegeven om de noodzakelijke voorbereidingen voor de terugplaatsing te treffen, met inachtneming van de veiligheidsvoorwaarden en hulpverlening. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat deze direct geldt, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.