In deze zaak heeft eiser, na de aankoop van een showroommodel boxspring, een vordering ingesteld tegen gedaagde, waarbij hij stelt dat de geleverde bedcombinatie niet voldoet aan de overeengekomen maatvoering. Eiser heeft de bedcombinatie op 29 december 2023 gekocht voor € 6.500,00, maar stelt dat de matrassen niet de juiste afmetingen hebben zoals vermeld op de verkoopbon. Na een deskundigenonderzoek, dat op 12 juli 2024 heeft plaatsgevonden, concludeert de deskundige dat de matrassen korter zijn dan de afgesproken maat. Eiser heeft vervolgens de overeenkomst op 27 september 2024 buitengerechtelijk ontbonden en vordert onder andere terugbetaling van het aankoopbedrag en deskundigenkosten. Gedaagde betwist de vordering en stelt dat er geen gebrek is aan de geleverde bedcombinatie. De kantonrechter oordeelt dat de overeenkomst niet rechtsgeldig is ontbonden, omdat eiser de eigenschappen van de bedcombinatie zelf heeft kunnen waarnemen bij de aankoop. De kantonrechter wijst de vorderingen van eiser af en veroordeelt hem in de proceskosten.