ECLI:NL:RBZWB:2025:5414

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
20 augustus 2025
Publicatiedatum
14 augustus 2025
Zaaknummer
11609873 CV EXPL 25-1058
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verzet
Rechters
  • mr. Rouwen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen verstekvonnis inzake energietoevoer en afsluitkosten door Stichting tot Behoud van Monumenten Nahuys

In deze verzetzaak heeft de Stichting tot Behoud van Monumenten Nahuys (hierna: Nahuys) verzet aangetekend tegen een verstekvonnis van 20 november 2024, waarbij zij was veroordeeld tot het gedogen van de afsluiting van de energietoevoer van een winkelpand dat zij begin 2024 in eigendom verwierf. Nahuys betwist de grondslag van de vergoeding voor de afsluitkosten van de meetinrichtingen, omdat er geen actuele leverancier van energie is. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Nahuys tijdig in verzet is gekomen, omdat zij pas op 14 februari 2025 kennis heeft genomen van het verstekvonnis. De rechter oordeelt dat Nahuys, door de verwerving van het pand, gebonden is aan de algemene voorwaarden van Enexis, die bepalen dat de kosten voor afsluiting voor rekening van de eigenaar of gebruiker van het pand zijn. De kantonrechter wijst de vordering van Enexis tot betaling van € 174,84 aan afsluitkosten toe, evenals een bedrag van € 40,00 voor buitengerechtelijke incassokosten. Nahuys wordt in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten van Enexis betalen, die zijn begroot op € 306,00. Het verstekvonnis blijft in stand en het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Breda
Zaaknummer: 11609873 \ CV EXPL 25-1058
Vonnis van 20 augustus 2025
in de zaak van
STICHTING TOT BEHOUD VAN MONUMENTEN NAHUYS,
te Breda,
oorspronkelijk gedaagde partij,
eiseres in verzet,
hierna te noemen: Nahuys,
gemachtigde: mr. S. Eernstman,
tegen
ENEXIS NETBEHEER B.V.,
te ‘s-Hertogenbosch,
oorspronkelijk eisende partij,
gedaagde in verzet,
hierna te noemen: Enexis Netbeheer B.V.,
gemachtigde: Syncasso Amsterdam B.V.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 22 oktober 2024 van Enexis,
- het verstekvonnis van 20 november 2024 met zaaknummer 11377658 CV EXPL 24-3960,
- de verzetdagvaarding van 12 maart 2025 van Nahuys,
- de conclusie van antwoord in oppositie,
- de conclusie van repliek in oppositie.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Nahuys heeft de winkelruimte aan de [adres] begin 2024 in eigendom verworven. Het pand staat nadien leeg.
2.2.
Nahuys is bij verstekvonnis van 20 november 2024 (samengevat weergegeven) veroordeeld tot het gedogen van de afsluiting van de energietoevoer, voor zover nodig tot – gedeeltelijke – ontruiming van het pand, tot betaling van € 174,84 aan afsluitkosten, buitengerechtelijke incassokosten en de proceskosten.

3.Het geschil

3.1.
Nahuys vordert - samengevat – haar te ontheffen van de veroordeling tegen haar uitgesproken in het verstekvonnis, althans dat vonnis te vernietigen, Enexis niet ontvankelijk te verklaren dan wel de vorderingen af te wijzen met veroordeling van Enexis in de kosten.
3.2.
Enexis Netbeheer B.V. voert verweer. Zij is van mening dat Nahuys niet ontvankelijk moet worden verklaard omdat het verzet niet tijdig is ingesteld en, indien wordt geoordeeld dat het verzet wel tijdig is ingesteld, het verzet ongegrond moet worden geoordeeld.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Tijdig in verzet?
4.1.
Enexis betwist dat Nahuys tijdig in verzet is gekomen van het verstekvonnis van 20 november 2024. Met een brief via de postbus van Nahuys is door de gemachtigde van Enexis bij brief van 27 november 2024 bij Nahuys aanspraak gemaakt op de bedragen waarin Nahuys bij verstek was veroordeeld. Bij e-mail van 17 januari 2025 laat een medewerker van Nahuys aan de gemachtigde van Enexis weten dat de brief is ontvangen, maar dat om onderliggende stukken wordt gevraagd. Bij e-mail van 27 januari 2025 reageert de gemachtigde van Enexis met een verwijzing naar bijlagen in dat bericht en een instructie omtrent de afsluiting. Op dezelfde dag reageert de medewerker van Nahuys op die e-mail met een antwoord waarin om onderbouwende facturen en bewijzen van aanmaning – die ontbreken – wordt gevraagd. Bij e-mail van 5 februari 2025 vraagt Nahuys naar de dagvaarding en het vonnis. Op 10 februari 2025 doet de gemachtigde van Enexis per e-mail aan Nahuys de mededeling dat een vonnis is behaald en op 16 januari 2025 is betekend. Diezelfde dag reageert Nahuys daarom met de mededeling dat in de bijlage van het bericht van de gemachtigde van Enexis het vonnis niet is bijgesloten. Op 14 februari 2025 is het vonnis per e-mail aan Nahuys verzonden.
4.2.
Enexis stelt dat Nahuys al op 17 januari 2025 bekend was met het vonnis, althans dat Nahuys op 10 februari 2025 bekend was met het vonnis omdat het op die dag als bijlage aan Nahuys is toegezonden. De termijn is dus op 10 februari 2025 ingegaan en op 10 maart 2025 verstreken. De verzetdagvaarding is van 12 maart 2025 en dus te laat, aldus Enexis.
4.3.
Nahuys wijst er op dat zij eerst op 14 februari 2025 kennis heeft gekregen van het vonnis, omdat het pas toen, en niet op 10 februari, aan haar is toegezonden, hetgeen blijkt uit productie 3 bij de verzetdagvaarding.
4.4.
Naar het oordeel van de kantonrechter moet de gang van zaken zoals geschetst door Nahuys worden gevolgd. Uit de e-mail correspondentie blijkt genoegzaam dat het bericht van 10 februari 2025 niet voorzien was van een bijlage met daarin het vonnis. Immers, onaannemelijk is dat Enexis nogmaals de bijlage had verzonden als zij dit al niet eerder had gedaan. De conclusie moet dus zijn dat Nahuys eerst op 14 februari 2025 kennis heeft genomen van de inhoud van het verstekvonnis en met haar verzetdagvaarding van 12 maart 2025 tijdig in verzet is gekomen.
Is Nahuys kosten voor afsluiting verschuldigd?
4.5.
Enexis stelt dat op het adres van [adres] tot 12 januari 2024 elektriciteit en gas is afgenomen via de daar aanwezige elektriciteits- en gas aansluitingen en -meters. Nadat de overeenkomst met een leverancier was beëindigd, is geen nieuwe overeenkomst afgesloten, maar zijn de aansluitingen in tact gebleven, zodat sindsdien de mogelijkheid openstond elektriciteit af te nemen en gas te gebruiken, zonder daarvoor te betalen. Enexis heeft Nahuys aangeschreven om zorg te dragen voor een overeenkomst van levering van energie, maar dat heeft Nahuys niet gedaan. Enexis vordert nu haar toe te staan de meetinrichtingen af te sluiten of weg te nemen, althans om de levering te onderbreken. Daarvoor moet zij toegang krijgen tot het pand waar de meetinrichting is geplaatst. Zij wijst daarbij op het bepaalde in artikel 1a sub d van de Regeling afsluitbeleid voor kleinverbruikers. Hierin is het volgende bepaald:
Een netbeheerder of vergunninghouder beëindigt het transport van elektriciteit of gas naar respectievelijk de levering van elektriciteit of gas aan een kleinverbruiker niet, tenzij:
a. de kleinverbruiker hierom verzoekt;
b. er sprake is van fraude of misbruik door de kleinverbruiker;
c. de onveiligheid van de installatie beëindiging van het transport noodzakelijk maakt;
d. op de aansluiting van de kleinverbruiker bij de netbeheerder geen vergunninghouder bekend is;
e. door de vergunninghouder op grond van de artikelen 2, 4b of 5 de levering van elektriciteit of gas wegens wanbetaling kan worden beëindigd.
De afsluitkosten bedragen € 174,84 en moeten – zoals gebruikelijk - worden voldaan door de eigenaar of gebruiker van het pand waarin de afsluiting moet plaatsvinden. Om er zeker van te zijn dat geen energie wordt verbruikt, moet een (voormalig) gebruiker de aansluitingen laten afsluiten. Zonder afsluiting (en zonder overeenkomst met een energieleverancier) kan nog steeds energie worden afgenomen. Omdat de (voormalig) afnemer dus niet kan volstaan met het enkele opzeggen van de leveringsovereenkomst, maar de afsluiting moet opdragen aan de netbeheerder, moet de (voormalig) afnemer de kosten daarvan dragen, zo begrijpt de kantonrechter de stelling van Enexis.
4.6.
Nahuys voert als verweer aan dat betaling van enig bedrag voor afsluiting niet berust op nakoming van een verbintenis uit overeenkomst omdat er geen overeenkomst met een leverancier of Enexis is. Ook uit de wet, althans daar berust de vordering van Enexis volgens Nahuys niet op, volgt niet dat Nahuys moet betalen voor de afsluiting. Nahuys geeft aan dat het Enexis vrij staat de afsluitingen uit te voeren.
4.7.
Over de grondslag van de geldvordering van Enexis overweegt de kantonrechter het volgende. Uit de Algemene Voorwaarden aansluiting en transpoort elektriciteit en gas kleinverbruikers 2013 [1] is in artikel 5 “Werkzaamheden aan de aansluiting en de meetinrichting” onder 5.3 bepaald:
“Onverminderd het elders in of krachtens deze algemene voorwaarden bepaalde, zijn het onderhoud en de controle van de aansluiting en de meetinrichting voor rekening van de netbeheerder.
Het activeren, uitbreiden, wijzigen, vervangen, verplaatsen, deactiveren en wegnemen van de aansluiting en de meetinrichting zijn in elk geval voor rekening van de contractant, indien:
a. dit geschiedt op zijn verzoek of
b. dit het gevolg is van zijn handelen of nalaten of het gevolg is van omstandigheden die hem redelijkerwijs zijn toe te rekenen.“
In artikel 1 “Begripsomschrijvingen” is opgenomen dat onder ‘contractant’ moet worden verstaan: degene die een aansluit- en transportovereenkomst met de netbeheerder is aangegaan of wil aangaan.
Naar het oordeel van de kantonrechter volgt uit het voorgaande dat met ‘degene die de aansluit- of transportovereenkomst is aangegaan’, in dit geval de voorganger of voorgangers van Nahuys moeten worden verstaan. Dat wil dus zeggen dat niet vereist is dat Nahuys zelf met Enexis een dergelijke overeenkomst moet zijn aangegaan, maar met de verwerving van het pand – en daarmee de aansluitingen van gas en elektriciteit - moet Nahuys geacht worden gebonden te zijn aan de aangehaalde algemene voorwaarden. Daarom kunnen de bepalingen uit de algemene voorwaarden ook op Nahuys van toepassing worden verklaard. Omdat in deze zaak vast staat dat het deactiveren of wegnemen van de aansluiting en de meetinrichting het gevolg zijn van handelen van Nahuys, mag Enexis de kosten daarvoor in rekening brengen bij Nahuys. Het bedrag aan hoofdsom van € 174,84, tegen de hoogte waarvan Nahuys geen verweer heeft gevoerd, moet dus worden toegewezen.
4.8.
Enexis vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De vordering moet worden beoordeeld op grond van artikel 6:96 BW en het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. Aan de wettelijke eisen voor een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is voldaan. Daarom zal een bedrag van € 40,00 worden toegewezen.
4.9.
Het voorgaande betekent dat het verstekvonnis in stand kan blijven.
4.10.
Nahuys is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Enexis worden begroot op:
  • Salaris gemachtigde € 204,00 (1 punt x tarief € 204,00)
  • Nakosten
Totaal € 306,00.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
bekrachtigd het verstekvonnis van de kantonrechter van 20 november 2024 met kenmerk 11368265 CV EXPL 24-5341,
5.2.
veroordeelt Nahuys in de proceskosten in de verzetprocedure van € 306,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als Nahuys niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Rouwen en in het openbaar uitgesproken op 20 augustus 2025.

Voetnoten

1.Deze Algemene Voorwaarden zijn tot stand gekomen in overleg tussen Netbeheer Nederland en de Consumentenbond in het kader van de Coördinatiegroep Zelfreguleringsoverleg van de SER en zijn in werking getreden vanaf 1 augustus 2013 en zijn (o.a.) van toepassing op Enexis.