In deze verzetzaak heeft de Stichting tot Behoud van Monumenten Nahuys (hierna: Nahuys) verzet aangetekend tegen een verstekvonnis van 20 november 2024, waarbij zij was veroordeeld tot het gedogen van de afsluiting van de energietoevoer van een winkelpand dat zij begin 2024 in eigendom verwierf. Nahuys betwist de grondslag van de vergoeding voor de afsluitkosten van de meetinrichtingen, omdat er geen actuele leverancier van energie is. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Nahuys tijdig in verzet is gekomen, omdat zij pas op 14 februari 2025 kennis heeft genomen van het verstekvonnis. De rechter oordeelt dat Nahuys, door de verwerving van het pand, gebonden is aan de algemene voorwaarden van Enexis, die bepalen dat de kosten voor afsluiting voor rekening van de eigenaar of gebruiker van het pand zijn. De kantonrechter wijst de vordering van Enexis tot betaling van € 174,84 aan afsluitkosten toe, evenals een bedrag van € 40,00 voor buitengerechtelijke incassokosten. Nahuys wordt in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten van Enexis betalen, die zijn begroot op € 306,00. Het verstekvonnis blijft in stand en het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.