ECLI:NL:RBZWB:2025:5418

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
14 augustus 2025
Publicatiedatum
14 augustus 2025
Zaaknummer
02-301235-23
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in strafzaak wegens heling van goederen

In de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1990 en gedetineerd, heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 14 augustus 2025 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van heling van een grote hoeveelheid goederen, waaronder zwembadtenten en emballagegoederen. Tijdens de zitting op 31 juli 2025 hebben zowel de officier van justitie, mr. R.M.A. in ‘t Veld, als de verdediging hun standpunten gepresenteerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat de officier van justitie ontvankelijk was in de vervolging. De rechtbank heeft de bewijsvoering beoordeeld en geconcludeerd dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de tenlastegelegde feiten. De politie had op 20 september 2023 goederen aangetroffen in een loods die door de verdachte werd gehuurd, maar er was onduidelijkheid over de huurstatus op het moment van de controle. De rechtbank kon niet met voldoende zekerheid vaststellen dat de verdachte de goederen voorhanden had. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van de tenlastelegging. De benadeelde partijen die schadevergoeding vorderden, werden niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen, aangezien de verdachte was vrijgesproken. De rechtbank heeft de kosten van de benadeelde partijen voor de verdachte vastgesteld op nihil.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
Parketnummer: 02-301235-23
Vonnis van de meervoudige kamer van 14 augustus 2025
in de strafzaak tegen verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1990 te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres 1] ,
uit anderen hoofde gedetineerd in de [verblijfplaats] ,
raadsman mr. H.M. Dunsbergen, advocaat te Breda.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 31 juli 2025, waarbij de officier van justitie, mr. R.M.A. in ‘t Veld, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan heling van een zeer grote hoeveelheid emballagegoederen en aan heling van een grote hoeveelheid zwembadtenten, zwembadhoezen en trampolines.

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie vindt dat feit 1 en feit 2 kunnen worden bewezen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kan komen.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Op 20 september 2023 heeft de politie gestolen zwembadtenten, zwembadhoezen en trampolines en een zeer grote hoeveelheid emballagegoederen aangetroffen in een loods aan [adres 2] . Deze loods werd sinds augustus 2022 door huurder [getuige] onderverhuurd aan verdachte. Verdachte heeft verklaard dat het juist is dat hij de loods van [getuige] heeft gehuurd, maar dat dit enkele maanden voordat de politie ter plaatse kwam was beëindigd. De huur van de loods was inmiddels overgegaan op [medeverdachte] . [getuige] heeft verklaard dat verdachte hem inderdaad heeft gevraagd het huurcontract per direct over te zetten op naam van [medeverdachte] en heeft een bericht van verdachte met die strekking aan de politie laten zien. Uit het dossier kan echter niet worden afgeleid of en zo ja, vanaf welk moment de huur daadwerkelijk is overgegaan op [medeverdachte] en dus ook niet of dit op het moment van het aantreffen van de goederen al het geval was.
Uit het dossier volgt verder dat verdachte nog wel betrokken was bij werkzaamheden die in de loods werden verricht. Zo heeft de politie op de dag van de controle werknemers van verdachte bij de loods gezien, die daar voor verdachte werkzaamheden verrichtten. Verdachte heeft daarover verklaard dat zijn bedrijf het transport van goederen voor [medeverdachte] verzorgde. Ook overigens zijn er naar het oordeel van de rechtbank aanwijzingen voor betrokkenheid van verdachte bij de ten laste gelegde feiten. Zo zijn er in de telefoon van verdachte chatberichten aangetroffen waarin hij over de loods aan [adres 2] spreekt als ‘onze loods’ en berichten waarin hij spreekt over ‘onze kistjes’. Daarnaast heeft hij op internet gezocht op specifiek dezelfde goederen van [bedrijf] als die in de loods zijn aangetroffen en is zijn auto op 18 en 19 september 2023 bij de loods geweest, in dezelfde periode dat de goederen daar werden opgeslagen.
Op basis van de stukken in het dossier kan de rechtbank echter noch met voldoende zekerheid vaststellen dat de loods door verdachte op 20 september 2023 werd gehuurd, noch dat hij de daar aangetroffen goederen voorhanden heeft gehad. Met inachtneming daarvan zal verdachte van de tenlastegelegde feiten worden vrijgesproken.

5.De benadeelde partijen

Vordering [benadeelde 1] B.V.
[benadeelde 1] B.V. heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 2.650,- aan materiële schade.
Nu verdachte wordt vrijgesproken van het onder 1 ten laste gelegde, zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering. De vordering kan enkel bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Vordering [benadeelde 2]
heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 12.923,33 aan materiële schade.
Nu verdachte wordt vrijgesproken van het onder 1 ten laste gelegde, zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering. De vordering kan enkel bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Vordering [benadeelde 3] B.V.
[benadeelde 3] B.V. heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 10.692,50 aan materiële schade.
Nu verdachte wordt vrijgesproken van het onder 2 ten laste gelegde, zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering. De vordering kan enkel bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.

6.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt verdachte vrij van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
Benadeelde partijen
- verklaart de benadeelde partij [benadeelde 1] B.V. niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- veroordeelt de benadeelde partij [benadeelde 1] B.V. in de kosten van verdachte, tot nu toe begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij [benadeelde 2] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- veroordeelt de benadeelde partij [benadeelde 2] in de kosten van verdachte, tot nu toe begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij [benadeelde 3] B.V. niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- veroordeelt de benadeelde partij [benadeelde 3] B.V. in de kosten van verdachte, tot nu toe begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.H.M. Collombon, voorzitter,
en mrs. E.G.F. Vliegenberg en K. Verhoeven, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J. van Biert, griffier,
en is uitgesproken ter openbare zitting op 14 augustus 2025.
Mr. Collombon en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
De tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat
1
hij in of omstreeks de periode van 20 september 2023 tot en met 21 september 2023 te Moerdijk en/of Zevenbergen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een hoeveelheid (statiegeld)kratten en/of bakken en/of rolleys en/of dolly’s, althans goederen heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van deze goederen wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het door misdrijf verkregen goederen betrof;
2
hij op of omstreeks 20 september 2023 te Moerdijk, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een hoeveelheid trampolines en/of zwembadtenten en/of zwembadhoezen, althans goederen heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van deze goederen wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het door misdrijf verkregen goederen betrof.