ECLI:NL:RBZWB:2025:5421
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de WOZ-waarde en informatiebeschikking in belastingrechtelijke geschil
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedaan op 14 augustus 2025, wordt het beroep van de belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Waalwijk beoordeeld. De heffingsambtenaar had de waarde van de onroerende zaak, een vrijstaande woning uit 1901, vastgesteld op € 435.000 per 1 januari 2022. De belanghebbende, eigenaar van de woning, had bezwaar gemaakt tegen deze waardevaststelling, maar dit bezwaar werd ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het beroep op 31 juli 2025 behandeld, waarbij de gemachtigde van de belanghebbende aanwezig was, maar de belanghebbende zelf niet. De rechtbank oordeelt dat het beroep ontvankelijk is en dat de bewijslast omgekeerd en verzwaard is, omdat de belanghebbende niet heeft gereageerd op een informatiebeschikking die door de heffingsambtenaar was uitgevaardigd. De rechtbank concludeert dat de waarde van de woning niet te hoog is vastgesteld en dat de belanghebbende niet in zijn bewijslast is geslaagd. Het beroep wordt ongegrond verklaard, wat betekent dat de WOZ-waarde en de aanslag gehandhaafd blijven. De belanghebbende krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.