Op 14 augustus 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr. Z.M. Alaca, en het UWV. Eiseres had beroep ingesteld omdat het UWV niet tijdig had beslist op haar bezwaar tegen de stopzetting van haar uitkering op grond van de Ziektewet, welke beslissing op 24 juni 2024 was genomen. De rechtbank oordeelde dat het beroep kennelijk gegrond was, aangezien het UWV de beslistermijn had overschreden. Eiseres had het UWV op 27 januari 2025 in gebreke gesteld, waarna de termijn van twee weken was verstreken zonder dat er een nieuw besluit was genomen. De rechtbank bepaalde dat het UWV binnen vier maanden na de uitspraak alsnog een besluit op bezwaar moest nemen. Tevens werd een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn werd overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres kreeg ook recht op vergoeding van het griffierecht en proceskosten, die door het UWV moesten worden betaald. De uitspraak werd openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.