Op 14 augustus 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres B.V. en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV). Eiseres heeft beroep ingesteld omdat het UWV niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag van 25 februari 2025 tot herbeoordeling van haar (ex-)werknemer op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA). De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk gegrond is, aangezien het UWV de beslistermijn heeft overschreden. Eiseres heeft het UWV op 24 april 2025 in gebreke gesteld, waarna de termijn van twee weken is verstreken zonder dat er een besluit is genomen. De rechtbank heeft daarom bepaald dat het UWV alsnog binnen vier maanden na de uitspraak een besluit moet nemen. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op vergoeding van het griffierecht en proceskosten, die door het UWV moeten worden betaald. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak.