ECLI:NL:RBZWB:2025:5458
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de WOZ-waarde van een perceel grond met stacaravan in Rucphen
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 14 augustus 2025, wordt het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Rucphen beoordeeld. De heffingsambtenaar had de waarde van de onroerende zaak, een perceel grond met een stacaravan, vastgesteld op € 37.000 per 1 januari 2023. Na bezwaar werd deze waarde verlaagd naar € 31.000. De rechtbank behandelt het beroep op 3 juli 2025, waarbij belanghebbende niet verschijnt, maar wel correct is uitgenodigd. De rechtbank onderzoekt of de waarde te hoog is vastgesteld aan de hand van de argumenten van belanghebbende en de onderbouwing van de heffingsambtenaar. De rechtbank concludeert dat de heffingsambtenaar voldoende rekening heeft gehouden met de verschillen tussen de onroerende zaak en de referentieobjecten. De rechtbank oordeelt dat de waarde van de onroerende zaak niet te hoog is vastgesteld en verklaart het beroep ongegrond. Dit betekent dat de WOZ-waarde en de aanslag onroerendezaakbelastingen gehandhaafd blijven. Belanghebbende krijgt geen vergoeding van griffierecht of proceskosten.