ECLI:NL:RBZWB:2025:5459
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beslissing van de geheimhoudingskamer inzake verzoek om geheimhouding in belastingzaak
Op 14 augustus 2025 heeft de geheimhoudingskamer van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beslissing genomen in een zaak tussen een belanghebbende en de inspecteur van de belastingdienst. De inspecteur had een verzoek ingediend om geheimhouding van bepaalde passages in bijlagen van een verweerschrift, die hij had ingediend op 21 oktober 2024. Dit verzoek betrof zwartgelakte passages die volgens de inspecteur vertrouwelijke informatie bevatten. De rechtbank heeft de belanghebbende in de gelegenheid gesteld om op dit verzoek te reageren, waarop de belanghebbende op 27 november 2024 heeft aangegeven zich te verzetten tegen de geheimhouding en heeft verzocht om integrale inzage in de stukken.
De geheimhoudingskamer heeft besloten geen zitting te houden, omdat de aard van de procedure dit niet vereiste. In de beoordeling van het verzoek om geheimhouding heeft de rechtbank gekeken naar de belangen van de belanghebbende en de redenen van de inspecteur voor geheimhouding. De rechtbank heeft vastgesteld dat de zwartgelakte passages namen bevatten van individuele medewerkers en vertrouwelijke uitlatingen die niet relevant zijn voor het inhoudelijke geschil. Gezien de privacyoverwegingen en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer heeft de rechtbank geoordeeld dat de redenen voor geheimhouding zwaarder wegen dan het belang van de belanghebbende bij kennisneming van deze passages.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek om geheimhouding van de zwartgelakte passages toegewezen. Deze beslissing is genomen door rechter S.A.J. Bastiaansen en is openbaar gemaakt op de website van de rechtspraak.